soort

De abbotts duiker

abbott's duiker - cephalophus spadix

De Abbott’s duiker is een kleine antilope en behoort tot de onderfamilie van de duikers.   Ze komen voor op enkele afgezonderde gebieden in Tanzania.  Het kan even goed een ondersoort zijn van de geelrugduiker.  Hij is zeer zeldzaam en de eerste foto van deze duiker in het wild werd pas in 2003 genomen.  De Abbott’s duikers worden ongeveer 65 centimeter lang en hebben een glanzende, donkerbruine vacht die onderaan lichter is.  Het gezicht is bleker en grijs van kleur, met een grote rode pluk op het voorhoofd.  De hoorns zijn dun en kort tot 12 centimeter. 

De Nederlandse naam is vernoemd naar de Amerikaanse onderzoeker William Louis Abbott, die in 1888 de soort op de Kilimanjaro ontdekte en een dier naar Europa stuurde.

De dieren voeden zich met bladeren in de onderlaag van het bos en op open plekken in het bos, maar ook fruit, bloemen en mos.  Er is ook een duiker gezien met een kikker in zijn bek.  Van duikers is bekend dat ze af en toe levende prooien vangen.  Jonge duikers worden waarschijnlijk bejaagd door Afrikaanse kroonarenden en pythons, terwijl volwassen duikers luipaarden, leeuwen en gevlekte hyena’s moeten vrezen.  

De dieren leven vooral in natte bossen en moerassen tussen 1.700 en 2.700 meter hoogte.  Het zijn nachtdieren en brengen de dagen in rust door in struikgewas.  Ze vormen regelmatige paadjes door het kreupelhout, zodat ze gemakkelijk te vinden zijn.  Als ze worden bedreigd, proberen ze te rennen.  Het aantal resterende dieren wordt geschat op minder dan 1.500 Abbott’s duikers.  Ze worden bedreigd door vernietiging van leefgebieden en jacht.