soort

De aders duiker

aders's duiker - cephalophus adersi - nunga

De Aders’ duiker, ook bekend als ‘nunga’ in het Swahili, is een kleine, in het bos levende duiker die alleen in Zanzibar en Kenia voorkomt.  Het kan een ondersoort zijn van de rode, Harvey’s of Peters’ duiker.  De naam is afkomstig van de onderzoeker  Mansfield Aders.  De dieren worden ongeveer 30 centimeter schouderhoogte.  Langs het hoofd loopt een kleine rode kuif.  Het heeft ook kleine, eenvoudige hoorns van 3 tot 6 centimeter.  De snuit is spits en de neus heeft een platte voorkant.  Er zit een duidelijke krans van haar op de nek. 

De dieren leven vooral in kustbossen en bossen in Afrika.  De soort kan leven in droog struikgewas in de buurt van de zee of tussen koraalrotsen.  De soort is erg schuw en gevoelig voor geluid.  Daarom worden deze soort duikers vaak gevangen door ze met honden in netten te drijven.  Aders’ duikers leven van bloemen, bladeren en gevallen fruit.  Het zijn dagdieren.  Ze leven over het algemeen alleen of in kleine groepjes van twee of drie.  Ze halen vaak restjes op die door apen en vogels onder de bomen zijn achtergelaten.  Daarnaast eten ze spruiten, knoppen en andere verse plantjes.  Drinken doen ze amper, want dat halen ze uit hun voeding. 

Ze worden bedreigd door vernietiging van leefgebieden, wilde honden en overbejaging. Ze worden vooral door mensen gevangen voor hun zachte huid en vlees.  Op Zanzibar daalt hun aantal sterk van 5000 in 1983 tot 640 in 1999 en blijft verder afnemen.  In Kenia is de duiker hier en daar te vinden , maar in een nog behoorlijk aantal.  Fokprogramma’s zorgen ervoor dat deze soort wordt beschermd.