soort

De alpenkauw

alpine chough - yellow-billed chough - pyrrhocorax graculus

De alpenkauw is een zangvogel die behoort tot de kraaiachtigen.  Ze zijn dichte familie van de alpenkraaien die ook in dezelfde streek voorkomen.  Hun veren zijn allebei zwart met roze poten.  Zijn snavel is gebogen en geel gekleurd, terwijl de alpenkraai meer een rode snavel heeft.  Zijn staart is ook wat langer met kortere vleugels.  Ze worden ongeveer 35 tot 40 centimeter groot. 

Het zijn knappe vliegers die tot op grote hoogten kunnen vliegen en stevige duikvluchten kunnen nemen.  Dit gebeurt allemaal op de luchtstroom.  Op de grond zie je ze lopen en hippen.  Zoals zo vele kraaiachtigen, zijn het echte dieven en dagen ze mensen uit.  In skigebieden kan je hen zien overvliegen op zoek naar afval wat mensen achterlaten.  In de zomer eten ze ook wel insecten, terwijl de winter meer zaden worden gezocht.

Het geluid dat ze maken is scherp van toon en lijkt op het geluid van een flipperkast.  Het broeden gebeurt hoog in de bergen.  Ze zijn zelfs gezien op het topje van de Mount Everest.  Dat is het hoogste punt waar ooit een vogel geweest is.  De vogels broeden in kolonies van enkele paartjes.  Daar vind je ze langs kliffen en rotsen waar ze hun nest bouwen.  Het is vrij groot en is gemaakt van wortels en met fijn gras bekleed.  Hierin liggen 3 tot 6 olijfbruine gespikkelde eitjes.  Er komen over de hele wereld nog meer dan één miljoen vogels voor.  Dus deze soort is niet echt bedreigd.

foto’s : pethan gfdl, mbdortmund, jim higham, snowmanradio