soort

De Amerikaanse alligator

alligator mississippiensis - american alligator

De mississippialligator of Amerikaanse alligator is een krokodilachtige uit de familie alligators en kaaimannen.  Hij komt voor langs de kust van het zuidoosten van Amerika.  Hij leeft langs de oevers van meren en rivieren en leeft het liefst in moerassen.  De alligator leeft van vissen, zoogdieren en andere reptielen.  De vrouwtjes maken een nestheuvel en bewaken de jongen als ze het nest hebben verlaten. 

De alligator wordt ongeveer drie tot vier meter lang.  De kop is minder spits in vergelijking met de echte krokodillen.  Het is een van de meest bestudeerde krokodilachtigen en er is veel bekend over hen.  De meesten leven in zoetwatermoerassen, rivieren, meren en kleinere wateren, maar er zijn ook dieren in de zee waargenomen.  De mississippialligator bezit geen klieren om zout af te scheiden waardoor de alligator maar korte tijd kan overleven in de zee. 

Bij een gesloten bek zijn geen tanden uit de onderkaak zichtbaar.

De mississippialligator wordt ongeveer 4 tot 4,5 meter lang, vrouwtjes blijven kleiner tot 3 meter.  Door de jacht op de dieren voor het leer, worden vooral grotere dieren afgeschoten.  Net als bij andere alligators is de snuit opvallend breed.  Bij een gesloten bek overlapt de zijkant van de bovenkaak alle tanden van de onderkaak.  De poten zijn kort en stomp maar wel in staat om het lichaam te dragen als de alligator over het land loopt.  Zowel de voor- als achterpoten hebben zwemvliezen. 

Van alle levende dieren heeft de mississippialligator op twee na de grootste bijtkracht.  Deze staat op bijna 150 kilogram per vierkante centimeter.  Alleen de nijlkrokodil (350) en de zeekrokodil (260) gaan de mississippialligator voor.  De jongen lijken al direct op de ouders, maar hebben een lichtgele band op een zwart lijf.  Oudere dieren verliezen deze gele kleuren en kleuren bruin met zwart. 

De mississippialligator houdt van hogere temperaturen.  Zowel droge als koude perioden worden doorstaan in een zelfgegraven hol, dat gegraven wordt met de snuit en de poten.  De holen worden bewoond door andere dieren als de alligator hem voor een tijd niet meer gebruikt.  Zowel de jonge dieren als de volwassen houden zich een groot deel van de dag bezig met zonnen.  Ze doen dit op de oever of op boven het water uitstekende takken.  Als het te droog is, gaat de mississippialligator op zoek naar een waterbron, zodat hij wel eens in zwembaden en vijvers kan worden gevonden.  Hij houdt ook een korte winterslaap rond december, maar komt er soms uit als de temperaturen hoger worden.

De mississippialligator plant zich voort in de lente.  De mannetjes sporen de vrouwtjes niet alleen op door te kijken, maar ook door geuren en trillingen.  Indien een koppeltje elkaar gevonden heeft, wordt met de kop langs de rug gewreven.  De paring vindt plaats in ondiepe wateren en gebeurt meestal ’s nachts. 

Het nest wordt aan het begin van de zomer gemaakt van modder en plantendelen.  Het is ongeveer een tot twee meter breed en 45 tot 90 centimeter hoog.  Deze hoogte dient om de eieren voor overstroming te beschermen.  Het aantal eitjes gaat van 20 tot 50.  Ze hebben een witte kleur en een harde schaal en zijn langwerpig van vorm.  Na ongeveer 65 dagen komen de jonge alligators uit het ei.  Ze maken piepende geluidjes om de moeder te lokken.  Zij antwoordt met een knorrend geluid dat op dat van een varken lijkt.  De moeder graaft de jongen uit en draagt ze in haar bek naar het water. 

Na ongeveer tien jaar is de alligator volwassen.  In het wild kan de mississippialligator ongeveer 35 tot 50 jaar oud worden.  In gevangenschap kan een leeftijd van 65 tot 80 jaar worden bereikt. 

De heel jonge dieren die pas uit het ei zijn gekropen leven van insecten en garnalen.  Oudere jongen eten insecten, kikkers en kleine visjes.  Volwassen dieren grijpen alles wat ze aankunnen, zoals grotere vissen, schildpadden, zoogdieren en vogels.   

Vijanden van de eieren zijn onder andere hagedissen en geleedpotigen, die de eieren opgraven en buitmaken.  Geleedpotigen die de eieren aantasten zijn onder andere mieren zoals de rode vuurmier. 

 

Vijanden van de jonge krokodillen zijn onder andere wasberen, vogels, grote baarsachtige vissen, otters, slangen, en katachtigen zoals lynxen.  De voornaamste vijand zijn echter grotere soortgenoten.  Volwassen dieren hebben geen natuurlijke vijanden meer. 

Vroeger was er een massale jacht op de huid en het vlees van de alligators.  Tegenwoordig is de alligator algemeen voorkomend en wordt hun aantal geschat op meer dan 1 miljoen.  In sommige streken is zelfs overlast doordat ze opduiken in kanalen.

foto’s : hejda, sullivan, schreiber