soort

De Andalusische vroedmeesterpad

betic midwife toad or sapo partero bético - alytes dickhilleni

De Andalusische vroedmeesterpad is een kikker uit de familie van de vroedmeesterpadachtigen.  De kikker staat ook wel bekend onder de namen Hillenius’ vroedmeesterpad en Betische vroedmeesterpad.  De kikker heeft een grote schedel met een verbeend bovendeel.  De oogkassen zijn vrij groot.  Het dier wordt niet groter dan 5,5 centimeter maar blijft meestal kleiner.  De soort heeft 3 bolvormige uitstulpingen onder de voorpoten.  Deze eigenschap wordt vaak gebruikt om de andere vroedmeesterpadden uit elkaar te houden. 

De Andalusische vroedmeesterpad heeft een duidelijk minder wrattige huid dan de gewone vroedmeesterpad.  Boven op de huid zitten maar enkele kleine knobbeltjes, waardoor hij nog meer op een gewone kikker lijkt.  De kleur is overwegend grijsgroen of olijfgroen.  Op de rug zitten lichte of donkere vlekken met een witte buik.

Het zijn altijd de mannetjes die de eieren bewaken.  Ze kunnen worden aangetroffen met de eiersnoeren om hun poten gewikkeld.  De soort komt voor in het zuiden van Spanje op een hoogte 700 tot 2100 meter hoogte.  Het is een typische bergsoort en houdt zich op in dennen- en eikenbossen, steile hellingen en zelfs licht begroeide of vrijwel kale vlaktes.  Ze houden van beekjes, bergbronnetjes en andere open wateren.  De opvallende en typische roep van deze soort lijkt op een dwergooruil.