familie

anolissen

Anolissen

polychrotidae - anoles

Anolissen zijn een familie hagedissen die behoren tot de leguaanachtigen en is een van de grootste hagedissenfamilies.  Ze komen voor in Noord-Amerika tot Zuid-Amerika.  In de Caraïben vind je de meeste soorten.  De dieren leven in bomen en struiken, maar ook op de grond.  Het zijn grote insecteneters, maar lusten ook kleine dieren en vruchten.  Ze houden ervan om de nectar uit de bloemen te likken. 

De anolissen kunnen ook van kleur veranderen zoals de kameleons, hebben kleefkussentjes zoals de gekko’s en knikken met hun kop zoals de agamen.  Mannetjes vechten geregeld om een vrouwtje.  Bij het paren wordt er zelfs met het vrouwtje gevochten.  De vrouwtjes leggen hun eieren het hele jaar door. 

Het zijn klimmers die graag in bomen en hoge struiken leven.  Maar op de grond houden ze ervan om lekker te zonnen.  Bij regenweer gaan ze schuilen in spleten of onder rotsen en onder bladeren, op takken of tussen de wortels op de grond.  De meeste anolissen blijven klein en worden tussen 10 en 25 centimeter groot.  Op het eiland Cuba komen de meeste soorten anolissen voor.  Mannetjes worden meestal groter dan de vrouwtjes. 

De meeste anolissen hebben een groene tot bruine kleur, maar kunnen sterk van kleur veranderen.  Er zijn er met strepen en vlekken die soms aan een luipaard doen denken.  Meestal is de huid licht geschubd, maar niet zoals bij leguanen die meer een pantser hebben.  Alleen de grote kop heeft vaak hoornplaten.  Die is driehoekig met een spitse snuit.  De ogen steken uit en kunnen naar alle kanten bewegen.  Alle anolissen hebben ook een keelvlag die meestal fel gekleurd is en zeker bij de mannetjes goed te zien is.  De poten zijn vrij lang tegenover andere hagedissen.  Hagedissen die veel graven hebben meestal kortere poten.  De staart dient om het evenwicht te houden als ze rennen en springen.  Bij sommigen worden de staart gebruikt om zich vast te grijpen.  Ze kunnen ook hun staart afwerpen. 

Meestal leven de dieren alleen of in kleine groepjes.  Mannetjes komen niet in de buurt van elkaar.  Als het tot een gevecht komt, draaien ze rondjes en bijten ze elkaar in de nek.  Deze gevechten gebeuren meestal op een tak of hoger in de boom.  Hierdoor valt de verliezer van de tak naar beneden en verwondt zich.  Het vrouwtje legt haar eitjes in een kuiltje of tegen bladeren. 

De dieren lusten insecten zoals sprinkhanen, vliegen en vlinders.  Het zijn echte vreters en kunnen op sommige eilanden zoveel insecten opeten dat er voor de andere dieren niets meer overschiet.  Er zijn ook anolissen die planten eten zoals bloemen, vruchten en bessen.  Ze hebben zelf ook vele vijanden.  Dat zijn soms grote spinnen, roofvissen, vogels, slangen en andere grotere anolissen.  Bij gevaar zullen ze eerst proberen vluchten en razendsnel langs een boom omhoog klimmen.  Sommigen houden zich doodstil tussen de bladeren of gaan zelf dreigen door hun keelvlag of rugkam op te zetten.  Er zijn er die enkel op de achterpoten kunnen wegrennen op het water. 

foto’s : ianaré sevi, gnu free

22 soorten

hispaniola-anolis

Cubaanse blauwe anolis

roodkeelanolis

casildas anolis

barbadosanolis

grottenanolis

gestreepte anolis

kameleonanolis

bruine anolis

boomleguaan

zuidelijke hispaniola-anolis

groene cuba-anolis

marmeranolis

Cubaanse wateranolis

Cubaanse boomstamanolis

puerto rico-reuzenanolis

grootkopanolis

ridderanolis

evermanns anolis

martinique-anolis

smaragdanolis

sagra’s anolis