De bezoargeit

De bezoargeit is een wilde soort geit die waarschijnlijk de voorouder is van onze huisgeit.  Ze komen voor in het westen van Azië.  De vreemde naam komt van bezoar, een steen die zich in de ingewanden van de geit vormt.  Vroeger werd gedacht dat die steen genezende krachten had. 

De dieren komen voor in rotsachtige streken en bergen tot boven de 4000 meter hoogte.  Je vindt ze van de eilanden van de Middellandse Zee tot Iran, Oman, Turkmenistan, Pakistan, Afghanistan en India.  Toch zijn ze op vele plaatsen bijna uitgestorven of zeer zeldzaam geworden.  Ze voeden zich met grassen, mossen, bladeren en twijgen van jeneverbessen.  De dieren leven in kleine groepjes, maar de bokken leven meestal alleen.  Gevechten maken uit wie de baas van de groep wordt en mag paren. 

Hun vacht is roodgrijs tot geelbruin.  De bokken hebben een duidelijke sik en een donkere tekening op het lijf.  Er zit bij alle geiten een zwarte streep op de schouders.  De hoorns zijn krachtig en hebben de vorm van een sabel die naar achter gebogen is.  De geiten zelf worden 120 tot 160 centimeter groot met hoorns die tot 120 centimeter kunnen worden. 

foto’s : bohdal, stock picture