soort

De blauwe gnoe

connochaetes taurinus - blue wildebeest - common wildebeest - white-bearded wildebeest

De blauwe gnoe is een soort koeantilope uit de familie van de holhoornigen.  Ze worden ook de gestreepte gnoe of de gewone gnoe genoemd.  Je vindt ze in grote groepen op de savanne in het oosten en het zuiden van Afrika.  Ze kunnen erg lange trektochten door de droge vlakten maken.  Samen met de witstaartgnoe zijn het de enige twee soorten gnoes die nog bestaan.  Deze soort heeft een grote brede kop en voorpoten die langer zijn dan de achterpoten.  Hun vacht is bleekgrijs tot blauw en donkergrijs.  Over de nek en de zijkanten lopen donkere strepen.  Hun snuit is zwart en ze hebben ook lange manen over de nek en de schouders.  De staart is ook erg lang en raakt bijna de grond.  Onder de kin hangt er een flinke wit tot zwarte baard.  Hoorns hebben deze gnoes niet. 

De dieren worden ongeveer 170 tot 240 centimeter lang en 130 centimeter hoog.  Mannetjes zijn wat zwaarder gebouwd en kunnen tot 250 kilogram zwaar wegen.  De dieren komen voor op de open steppen en grasvlakten.  Ze leven van het korte gras, maar hebben ook steeds water in de buurt nodig.  Je ziet ze de ganse dag bezig met eten en trekken. 

Als het te heet wordt, dan zoeken ze plaatsen in de schaduw op.  Als het te droog wordt en het gras stilaan verdwijnt, dan maken ze grote trektochten naar plaatsen waar meer regen en meer gras te vinden is.  Roofdieren weten heel goed wanneer de gnoes gaan trekken en wachten rustig hun beurt af.  Zo een kudde dieren kan tot 40 kilometer lang zijn.  Als ze niet wegtrekken, leven ze in kleine groepjes van vrouwtjes en hun jongen.  Pas wanneer er voedsel te kort is, vormen ze grotere groepen. 

In de paartijd proberen mannetjes elkaar weg te schoppen om bij het best vrouwtje te komen of te blijven.  Ze schudden hevig met de kop en geven geurtjes af.  Na 8 maanden worden de jongen geboren die al dadelijk op hun poten kunnen staan.  Dat is nodig om meteen mee te kunnen stappen en de vijanden voor te zijn.  Bijna alle jongen worden tegelijk geboren.  De vijanden kunnen toch niet alle jongen ineens opeten, dus blijven er meer jongen over.  Zij groeien uit tot volwassen dieren en worden ongeveer 20 jaar oud. 

foto’s : paul mannix, gianferrari pini, hans hillewaert, lukas kaffer

5 ondersoorten

gestreepte gnoe

oostelijke witbaardgnoe

cooksons gnoe

westelijke witbaardgnoe

mozambiquegnoe