soort

De blauwe reiger

grey heron - ardea cinerea

De blauwe reiger is in onze streken de bekendste reiger.  Het is een grote vogel met een lengte van bijna 1 meter.  Zijn bovenzijde, de vleugels en de staart zijn grijs.  Het einde van zijn vleugels zijn zwart.  De kop is wit met een zwarte band door het oog.  Hij heeft ook een kuif.  Zijn gele snavel lijkt op een dolk.  In de broedtijd kan die soms roodachtig zijn.  De blauwe reiger heeft lange, bruine poten.  Het mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. 
De reiger leeft meestal alleen, maar hij broedt in groep.  De leefgebieden zijn vochtige weiden, sloten, meren, rivieren en de zeekust.  Hij broedt in bomen, soms in rietvelden.  Soms broedt hij ook in steden.

De blauwe reiger eet veel vissen, meestal grote.  Dit zijn vissen zoals voorns in rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaarsjes, paling, baars en snoek.  Verder eet hij kikkers, slangen, insecten, wormen, kreeften, slakken, garnalen en jonge vogels.   Soms ook wel kleine zoogdieren als mollen, ratten en muizen.

Het is een vogel die voorzichtig door ondiep water stapt, of doodstil wacht op een prooi die dichterbij komt.  Als hij een prooi ziet, schiet zijn kop met de lange snavel razendsnel vooruit en in een flits pakt hij de vis.  In grasland jaagt hij op muizen, kikkers en sprinkhanen, kleine vogels en wormen.  Als hij vliegt, heeft hij zijn nek ingetrokken als een grote S.  De poten steken dan achter het lichaam uit.   Het geluid van een reiger noemen we klepperen.

foto’s : dick mudde, marek szczepanek, kees romijn, pbrundel