onderklasse

Bloedzuigers

leeches - hirudinea

De bloedzuigers horen samen met de regenwormen tot de familie van de ringwormen.  Zij hebben zuignappen aan de twee kanten van hun lijf en ook vaak tanden.  Regenwormen hebben dit niet.  Ze hebben hun naam gekregen omdat ze bij dieren en mensen bloed kunnen zuigen.  Er bestaan twee groepen van bloedzuigers : de bloedzuigers zonder kaken en de bloedzuigers zonder uitsteekbare slurf.  Je vindt de diertjes vooral op plaatsen met zoet water, maar ook sommige soorten in de zee.  Ze zijn meestal heel klein, maar enkelen worden tot 30 centimeter groot.  In ons land heb je drie soorten : de medicinale bloedzuiger, de visbloedzuiger en de onechte paardenbloedzuiger.

De medicinale bloedzuiger werd vroeger door dokters gebruikt.  De dieren werden op de huid gezet zodat ze zich vol bloed konden laten zuigen.  Als de bloedzuiger vol zat, werd het bloed eruit geperst zodat de dokters konden zien welke ziekte je had.  Je kon vroeger zelfs bloedzuigers in de apotheek kopen.  De diertjes hebben drie aparte kaken met scherpe tanden die de huid doorboren.  Vooraan hebben ze tien ogen aan hun kop.  Maar die kop is niet zo goed te zien.  De dieren zijn vrouwtje en mannetje tegelijk, maar toch paren twee verschillende dieren met elkaar.  De eitjes worden in zakjes meegedragen op de buik en later op de bodem van de vijver laten vallen. 

De bloedzuigers bewegen door de zuignappen te verschuiven en samen te trekken.  De medicinale bloedzuiger komt steeds minder en minder voor.  De onechte paardenbloedzuiger komt veel meer voor en is niet gevaarlijk voor ons.  Ze hebben een donkergroene of zwarte rug en eten slakken en rot vlees.  De visbloedzuiger is lang van vorm en groen van kleur met witte banden.  Ze leven in vijvers, beken en sloten en kunnen zich vast zetten aan stekelbaarsjes of snoeken.  Ze leven van het bloed van de vissen.  De eitjes die op de bodem van de vijver uitkomen, zwemmen als kleine bloedzuigertjes naar boven en houden zich vast aan waterplantjes.  Als er dan vissen voorbij zwemmen, dan haken ze zich vast om het bloed op te zuigen.

De eendenbloedzuiger klemt zich vast aan de snavel van eenden en kruipt het neusgat van de eend in.  Daarbinnen zuigt het zich vol bloed.  Als het veel bloed heeft gedronken, zwemt het weer langs het neusgat naar buiten.  De paardenbloedzuigers kruipen ook langs de neusgaten naar binnen als het paard komt drinken.  Ook mensen kunnen last hebben van deze soort.  Als je de natuur intrekt, is de kans dat je door een bloedzuiger gebeten wordt natuurlijk groot.  Het best is die plaatsen uit de weg te gaan waar de bloedzuigers van houden.  Word je toch gebeten, dan laat de bloedzuiger je na ongeveer 20 minuten zelf los.  Jij blijft dan wel met flinke jeuk achter en hebt dan wel wat bloed verloren.  Erg is dat niet.  Maar wel de ziektes die de dieren kunnen overbrengen.  Je kan ze los krijgen door zachtjes een plat blad of plaat onder de bloedzuiger te schuiven.  Het dier schuift over het blad omdat het niet met zijn tandjes aan je huid vast zit maar wel met zuignapjes.  Sommigen doen het dier weg met een sigaret of met vuur, maar dan zal de bloedzuiger beginnen braken en kan hij veel vuil achterlaten in de wond. 

foto’s : unknown