soort
De bonte vliegenvanger
pied flycatcher - ficedula hypoleuca
De bonte vliegenvanger is een zangvogel uit de familie van de vliegenvangers. Ze komen bij ons minder voor dan de grauwe vliegenvanger. Hun woonplaats is in Scandinavië, Oost-Europa en Spanje. Bij ons worden er toch tot 15000 broedpaartjes geteld.

Ze worden tot 13 centimeter groot en zijn een van de vier soorten zwart-witte vliegenvangers. De snavel is zwart en heeft een puntige vorm voor insecteneters die hun prooi in de lucht vangen. Het is een trekvogel die vooral in West-Afrika overwintert. Hij bouwt zijn nest meestal in holtes, het liefst in eiken.

De bonte vliegenvanger voedt zich met geleedpotigen zoals spinnen, mieren en bijen. De Latijnse naam betekent “kleine vijg-etende vogel”.
Mannetjes zijn zwart van boven en wit van onder, met een grote witte vlek aan de vleugel en een kleine witte vlek op het voorhoofd. Vrouwtjes en jongen hebben dezelfde tekening als de mannetjes, maar niet zwart maar licht grijsbruin.

Het nest wordt meestal gemaakt in een holte, hoog in een boom, zoals een oud spechtennest. Maar hij nestelt ook in nestkastjes met een open voorkant of een spleet in een klif. Het nest bestaat uit schors, bladeren, grassprietjes en is bekleed met vezels, paardenhaar en veren. Daarin worden 5 tot 8 lichtblauwe eieren gelegd.

De vogel lijkt zich goed aan te passen aan de klimaatverandering. Door de hogere temperaturen in het broedgebied kruipen de rupsen, het voer voor de jongen, eerder uit het ei. Hij komt nu ook vlugger terug uit Afrika om hier te nestelen.

foto’s : peltomaki,