soort

De borstelstaartkangoeroerat

woylie - bettongia penicillata - brush-tailed bettong

De borstelstaartkangoeroerat is een klein klimbuideldier uit de familie van de kangoeroeratten.  Ze worden ook nog de borstelstaartratkangoeroe, de kwaststaartkangoeroerat, de pluimstaartbettong en de woylie genoemd.  De dieren komen voor in het zuiden van Australië, maar zijn erg bedreigd door de vele vossen en katten die in Australië zijn binnengebracht.  Maar ook varkens en konijnen gaan met het voedsel van de kangoeroeratten lopen.  Enkel in de natuurparken kunnen de dieren goed overleven omdat daar de opgesomde vijanden niet rondlopen. 

De dieren worden ongeveer 30 tot 38 centimeter groot met een staart die even groot wordt.  De vacht is grijsbruin op de rug en lichtgrijs op de andere plaatsen.  Rond de ogen is de huid kaal.  De staart heeft eerder een roodbruine kleur met zwarte borstelharen.  Hij dient ook om zich te kunnen vastgrijpen.  Het zijn nachtdieren die liever alleen leven.  Overdag vind je ze in een groot bolvormig nest gemaakt van bladeren, gras en schors.

Ze houden van paddenstoelen die ze opgraven uit de bodem in de bossen.  Maar ook wortelen, knollen en wormen vinden ze lekker.  Bij gevaar springen ze zigzag weg op hun achterpoten.  Na het paren krijgen ze meestal één jong dat na de geboorte nog 100 dagen in de buidel blijft.  Volwassen dieren worden 4 tot 6 jaar oud.  Ze komen voor in open wouden van eucalyptus.

foto’s : hosking, harvey, korinek,