soort

Het damhert

dama dama - fallow deer

Het damhert is een herkauwer die behoort tot de echte herten.  Er zijn 3 bekende soorten herten bij ons : het damhert, het edelhert en de ree.  Het damhert is groter dan een ree, maar het edelhert is het grootste.  Het damhert wordt ongeveer 150 centimeter hoog en komt bij ons het meest voor.  Ze kunnen soms tot 100 kilogram zwaar worden.  Hun staart is vrij lang.  Het mannetje noemen we een hertenbok en wordt meestal zwaarder dan het vrouwtje.  Haar noemen we een hinde.   

Je hebt er in verschillende kleuren van wit, lichtbruin tot bijna zwart, maar meestal is de rug donkerder van kleur.  Het damhert ruit twee keer per jaar, een keer in de lente en een tweede keer in de herfst.  De vacht is meestal bezaaid met witte vlekjes maar zijn in de winter minder opvallend.  Wat erg opvalt bij het damhert is het schoffelgewei.  Hierbij zijn de einden van de takken met elkaar verbonden door platen.  Enkel het mannetje draagt een gewei en wordt in april en mei afgeworpen, waarna het gelijk weer begint aan te groeien.  De huid van het gewei wordt in de herfst afgeschuurd en groeit als het dier ouder wordt.  Oude mannetjes hebben dan weer kleinere geweien.  

Het eet vooral met grassen, kruiden, jonge bladeren, bessen, eikels, granen, wortelen en in de winter schors, hulst en heide.  Het zijn dagdieren.  Op plaatsen waar het niet zo rustig is, komen ze meer tevoorschijn als het vooravond is.  Oudere mannetjes leven liever in de nacht.  Het zijn ook goede zwemmers.  Een groep herten noemen we een roedel.  Je hebt roedels van hinden en roedels van jonge hertenbokken.  Als de mannetjes ouder worden, gaan ze op zoek naar een hinde en verlaten ze de groep.  Op open plaatsen kunnen de roedels zich samenvoegen tot groepen van wel tachtig dieren.

De paartijd begint in de herfst.  De mannetjes vechten dan veel vaker om hun plaats te beschermen.  Meestal zijn het maar gevechten alsof, maar soms komen echte gevechten voor.   Met de hoeven krabt hij een ondiepe kuil in de grond die hij besproeit met urine.  Ze schuren langs de stammen van de bomen om hun geur te verspreiden.  Met luide brullen lokt de hertenbok de hinden.   

In juni en juli wordt één kalf geboren.  Het kalfje lijkt op de mama en heeft meestal dezelfde stippen op zijn rug.  Het kalf zal zich meestal de eerste weken verstopt houden tussen de struiken.  Dat doet het voor zijn vijanden.  Maar het kan wel zijn moeder al volgen.  Het damhert kan 20 jaar oud worden in gevangenschap en 16 jaar in het wild.  Je vindt ze het meest in bossen met bladeren, nooit in naaldbossen.  Tussen de blaadjes kan het zich makkelijker verstoppen voor zijn vijand.   

foto’s : b navez, johann andreae, adrian pingstone