onderfamilie

Duikers

cephalophinae - duikers

De duikers vormen een onderfamilie van de holhoornigen die behoren tot de evenhoevigen.  Ze komen enkel voor in Afrika en er bestaan ongeveer 20 soorten.  Het zijn kleine antilopen met kleine hoorntjes.  Onder de ogen zitten gaatjes waaruit de duikers geurtjes verspreiden om andere mannetjes op een afstand te houden.  Doordat ze vrij klein en slank zijn, kunnen ze makkelijk wegrennen door de lage struiken zonder vast te raken.  Hierdoor hebben ze ook hun naam gekregen : de duikers.  Ze kunnen bij gevaar echt wegduiken tussen de struiken met hun korte poten.

Toch hebben deze dieren grote hersenen.  Het zijn de grootste hersenen van alle holhoornigen.  De vrouwtjes zijn meestal wat groter dan de mannetjes.  Met ongeveer 70 centimeter hoog en amper 5 kilogram hoort de blauwe duiker tot de kleinste in zijn soort.  De geelrugduiker is de grootste en kan tot 120 centimeter groot worden.  Alle duikers leven in paartjes of alleen.  De vrouwtjes verzorgen de jongen, dat meestal maar één jong is.

Duikers lusten vooral bladeren, vruchten, scheuten en zaden.  Soms volgen ze andere dieren om te weten waar er nog lekkere vruchten te vinden zijn.  Af en toe vangen ze wel eens een vogeltje of een knaagdier, maar ook mieren en andere insecten.  De duikers worden in sommige delen van Afrika zelf ook gevangen door mensen voor hun vlees.  Jagers gaan vooral tijdens de nacht op jacht en laten de duikers opschrikken met fel licht.  Zo zijn ze makkelijk neer te schieten. 

foto’s : derekkeats, chuckupd, winneke scho, wikipedia

20 soorten