soort

De dwergfuut

tachybaptus dominicus - least grebe

De dwergfuut is een soort fuut en waarschijnlijk de kleinste van alle soorten.  Ze komen voor in het zuiden van de Verenigde Staten en Mexico tot Chili en Argentinië.  Ze worden amper 21 tot 27 centimeter groot.  Zoals alle futen staan hun poten ver naar achteren, zodat ze prima kunnen zwemmen, maar echt niet kunnen stappen of lopen.  Het zijn eerder kleine vogels met een scherpe snavel en felgele ogen.  Hun veren zijn bruingrijs met een donkere kroon en keel.  Als ze vliegen, zie je witte delen van de vleugel.

Er bestaan ongeveer 5 ondersoorten die op verschillende plaatsen voorkomen.  Ze verschillen in grootte en hebben licht andere kleuren.  De vogels komen voor in natte graslanden, vijvers, meren en moerassen, maar ook in mangrovebossen, in beken en in rivieren. 

Om te broeden kiezen ze veilige plaatsen uit zodat roofvissen hun kuikens niet opeten.  Meestal leven ze alleen of in paartjes.  Maar in het broedseizoen kan je wel meer dan 20 paartjes samen zien.  Ze jagen op kleine vissen, schaaldieren, kikkers en waterinsecten.  De meeste prooien worden onder water gevangen.  Zo kunnen ze tot 12 seconden onder water blijven. 

Tijdens het broeden maken de futen aparte geluiden, die lijken op het gehinnik van paarden.  Zelf worden ze flink bedreigd.  Grotere vissoorten en zelfs schildpadden jagen op deze kleine futen.  Ook roofvogels, zoals de vleermuisvalk, plukken de futen van op het water. 

foto’s : unknown, danzenbaker