soort

De Europese das

meles meles - european badger

De Europese das is een marterachtig roofdier dat behoort tot de dasachtigen.  Hij leeft in een hol, dat we een burcht noemen.  Het wordt jaren na elkaar gebruikt door de hele familie van de das.  Hij leeft het liefst in de nacht.  Met zijn heel mooie vacht van grijs, wit en zwart lijkt hij een lief diertje.  Er lopen twee brede strepen over zijn kop.  Met zijn smal lijf kan hij gemakkelijk door de gangen van zijn burcht kruipen. 

De mannetjes zijn groter dan de vrouwtjes.  Ze eten vooral regenwormen en insectenlarven, maar ook vruchten, hazelnoten, knollen, bosbessen, kersen, pruimen, granen, klaver en gras.  Verder ook lekkere insecten zoals kevers, larven, rupsen, slakken en kikkers, maar ook kleine zoogdieren zoals konijnen, muizen, mollen, vogels en hun eieren en zelfs egels, wespen en bijennesten.  In de lente eten ze liefst dieren, maar in de herfst liever vruchten.  Die zijn dan veel te vinden in de natuur. 

Burchten gaan soms heel lang mee en worden steeds groter gemaakt.  Sommige burchten zijn zelfs al enkele honderden jaren.  Ze worden gegraven in struiken en heggen.  Meestal heeft ze drie tot tien ingangen.  De gangen kunnen tot 20 meter lang zijn.  Binnenin zijn er vele kamers die mooi en warm worden gemaakt door varens, bladeren en droog gras.  Buiten de burcht liggen putten waar de mest wordt achtergelaten.   Eigenlijk zijn het dus vrij propere diertjes.  In de burcht leven ze samen met ongeveer 20 diertjes.  Er is ook een nestkamer waar de kleintjes worden groot gebracht.  Zij zijn blind en roze als ze worden geboren.

Overdag blijven de dieren in hun burcht.  Dassen houden geen winterslaap, wel een winterrust.  In de herfst kunnen dassen heel lang wegblijven.  Dat komt omdat ze dan een wintervoorraad aanleggen.  Net als de apen verzorgen ze elkaar goed.  Ze houden de vacht van elkaar proper.  

Dassen worden in het wild 14 jaar, in gevangenschap tot 16 jaar.  Vele wilde dassen sterven vroeger doordat ze onder de wielen van een auto terecht komen.  Ze leven het liefst in bossen en op grasvelden.  Als je een heel grote tuin hebt, durven ze daar ook wel eens op bezoek komen.