soort

De gewone adder

vipera berus - common european adder

De gewone adder is een giftige slang die behoort tot de familie adders.  De slang komt voor in vrijwel geheel Europa voor tot in delen van Azië.   Het is de enige giftige slang die ook voorkomt in België en Nederland.  Hij wordt ongeveer 50 tot 70 centimeter lang en is te herkennen aan de koperbruine ogen.  De pupil is verticaal en boven het oog steekt er een schub uit. Op de rug zie je meestal een donker zigzagpatroon.  De adder is lang niet zo gevaarlijk als mamba’s of ratelslangen.  De beet van de adder kan wel gevaarlijk zijn voor de mens, maar vaak niet echt dodelijk. 

De adder komt algemeen veel voor en daarom is hij vaak onderzocht.  Hij is eierlevendbarend, dus de jongen komen levend ter wereld.  Als voedsel nemen ze gewervelde dieren zoals konijnen en muizen.  Zelf wordt prooi voor verschillende vijanden zoals zoogdieren en roofvogels.  Bij ons spreken we over de gewone adder, Europese adder, zwarte adder of moerasadder.  

De mannetjes blijven duidelijk kleiner dan de vrouwtjes met gewicht van 50 tot 70 gram terwijl drachtige vrouwtjes tot 300 gram zwaar worden.  Mannetjes hebben daarnaast een langere staart en een duidelijkere tekening op de rug.  De neusgaten van de adder zijn vrij groot.

De trillingen die door het lichaam worden opgevangen worden door de schedel naar het binnenoor gebracht zodat de slang toch een beetje kan horen.  Veel dieren worden hierdoor al gehoord nog voordat de slang ze gezien heeft.  Met de goed ontwikkelde ogen kunnen prooien en vijanden worden opgespoord.  De adder steekt ook voortdurend zijn tong naar buiten waarbij de tong op en neer wordt bewogen, wat tongelen wordt genoemd.  Hierbij wordt geur opgevangen en kan de adder dus reuken met zijn tong. 

Mannetjes ‘vechten’ soms met elkaar om een vrouwtje.  Het is  ook een uitstekende zwemmer die gemakkelijk rivieren en meren oversteekt.  Hij klimt soms om vogelnesten leeg te roven maar dat gebeurt weinig.  De adder is zowel overdag als ’s nachts actief en koudbloedig.  Tijdens de zomer schuilt de adder op het heetst van de dag.

Net als andere slangen heeft de adder een gevorkte penis.  Deze heeft vele kleine weerhaakjes die voor een stevige grip zorgen tijdens de paring.  Als ze probeert weg te kruipen, sleept ze het mannetje achter zich aan.  De vrouwtjes paren vaak met meerdere mannetjes. 

Bij bedreiging zuigt de adder zijn lichaam vol lucht, zodat het groter wordt en ook maakt de ingeademde lucht het sissen mogelijk.  Het lichaam wordt opgerold, waarbij het voorste deel dreigend wordt opgericht.  te benaderen.

In België komt de adder in Wallonië alleen in de streek tussen Samber en Maas en in het westen van de Ardennen nog voor.  In Vlaanderen zie je hem enkel nog in de Antwerpse Kempen.  In Nederland komt de adder voornamelijk voor in Drenthe, Friesland, Gelderland, Overijssel en Limburg.  Je vindt ze in bossen, moerassen en vennen.  

foto’s : zdenek fric, harold van der ploeg, wiki harfus, gnu, jeroen speybroeck