soort

De gewone oorworm

forficula auricularia - common earwig - european earwig

De gewone oorworm is een insect dat behoort tot de orde van de oorwormen.  Het is in onze streken de bekendste en wordt 10 tot 16 millimeter groot zonder de tangen meegeteld.  Aan de vorm van de tangen herken je mannetjes en vrouwtjes.  Bij de mannetjes zijn die bijna zo lang als het lijf.  Hun lijf is geelbruin tot donkerbruin van kleur.  Er zijn wel achtervleugels maar die zitten verborgen onder de voorvleugels.  Hoewel ze het bijna nooit doen, kunnen oorwormen wel vliegen.  Ze komen vooral voor op natte plaatsen en kunnen erg slecht tegen de droogte.

De diertjes eten vrijwel alles, zolang het maar zachte plantdelen zijn.  Maar ze leven ook van fruit, jonge blaadjes en eieren en larven van insecten.  Het liefst lusten ze bladluizen.  Maar als er te weinig voedsel is, durven ze elkaar wel op te eten. 

Na het paren, worden de eitjes gelegd en komen daarna de kleine oorwormpjes uit.  Ze veranderen niet eerst tot een larve en een pop.  Ze groeien door verschillende keren te vervellen.  Het vrouwtjes beschermt haar jongen alsof ze er op broedt.  De eitjes worden regelmatig schoon gelikt om niet uit te drogen of te beschimmelen.  Als er eitjes bedorven zijn, dan eet ze die gewoon op.  Maar als de moeder sterft nog voor de eitjes zijn uitgekomen, dan eten de kleintjes hun eigen moeder op.

foto’s : gnu free, artmechanic, pudding4brains