soort

De grote bosmuis

apodemus flavicollis - yellow-necked mouse - south china field mouse

De grote bosmuis is een soort knaagdier dat ook wel de geelhalsbosmuis wordt genoemd.  Ze komen voor in Europa en het westen van Azië.  In onze streken komen ze ook voor maar staan op de rode lijst van bedreigde dieren.  Hun vacht is bovenaan roestbruin en onderaan wit van kleur.  Er zit ook een gele vlek op de borst die als een gele band over de hals loopt.  Vandaar kregen ze ook hun naam.  Ze worden 9 tot 13 centimeter groot, waarbij mannetjes groter worden dan vrouwtjes. 

Het zijn knappe klimmers die soms tot in de top van een boom klimmen. De dieren leven vooral in de nacht. Ze leven van granen, noten, vruchten en knoppen, maar lusten ook insecten, larven, wormen en slakken. Het voedsel wordt naar een veilige plaats versleept voor ze het opeten. Voor de winter leggen ze ook een voorraad aan, maar toch sterven de meeste muizen in de winter. Hun nest maken ze onder een boomstronk of in het hol van een woelmuis of een mol. Soms graven ze zelf een nest. Het bestaat uit bladeren en gras.

De vrouwtjes werpen tot 3 keer per jaar jongen. Dat kunnen er 1 tot 8 per nest zijn. Ze zijn kaal bij de geboorte, maar worden al gauw grijs van kleur. Na twee weken zie je hun halsband al.

foto’s : lenz,