familie

Hertachtigen

cervidae - deer

Hertachtigen vormen een familie herkauwers en behoren tot de evenhoevigen.  Bij deze dieren valt het op dat de mannetjes een gewei op hun kop hebben.  Dat gewei wordt wel elk jaar afgeworpen.  Waarschijnlijk gebeurt dat zodat het dier terug op krachten kan komen.  Er komt wel snel terug een nieuw gewei dat soms nog groter is dan het vorige.  Hoe groter het gewei en hoe meer vertakkingen het heeft, hoe gezonder het dier ook is.  Oudere dieren hebben meer vertakkingen en zijn vaak wel de baas in de groep. 

Het kleinste hert is de poedoe die maar 38 centimeter hoog wordt.  Het grootste dier is de eland die wel meer dan 2 meter hoog wordt.  Het mannetjeshert noemen we een bok en het vrouwtje noemen we een hinde.  Bij reeën noemen we ze bok en geit en bij de eland spreken we van een stier en een koe. 

Hun vachten hebben korte haren.  Het zijn lenige dieren met lange poten.  Ze kunnen dus vlug wegrennen als het nodig is.  De jonge dieren hebben vlekken zodat ze minder opvallen voor hun vijanden. 

De dieren leven vooral in de bossen en wouden.  Enkele soorten leven op grasvlakten of bij moerassen.  We kunnen ze onderverdelen in 4 onderfamilies :

  • schijnherten, reeën
  • muntjakherten
  • waterreeën
  • echte herten

In ons land vind je het edelhert, het damhert en de ree.  Tekeningen van herten werden vroeger vaak gebruikt op schilden.  Het kwam een beetje stoer over.

 

foto’s : durazell, fayez, daniel mayer, andy’s postcards

4 onderfamilies