soort

De James’ flamingo

phoenicopterus jamesi - james's flamingo - puna flamingo

De James’ flamingo is een soort flamingo die ook de puna flamingo wordt genoemd.  Hij heeft zijn naam gekregen naar de ontdekker Harry James en leeft op grote hoogtes van Peru, Bolivia en Argentinië.  Ze zijn dichte familie van de andesflamingo, maar zijn wat kleiner.  De vogels leven in grote kolonies samen.  Lang werd gedacht dat deze soort was uitgestorven tot er een nieuwe groep werd ontdekt zo’n 50 jaar geleden.  Ze hebben een zeer lange nek die uit 19 wervels bestaat.  Zo kunnen ze hun nek naar alle kanten draaien en keren.  Wat ook opvalt bij flamingo’s is dat hun knie de andere kant knikt. 

De veren zijn lichtroze met rode strepen tussen rond de hals en de rug.  De zwarte kleuren zijn de slagpennen.  De poten zijn felrood van kleur.  Jongen die uit het ei komen zijn grijs of wit en krijgen pas na twee tot drie jaar hun lichtroze kleur.  Ze worden door de ouders gevoed door het uitbraken van voedsel.  Beide ouders zorgen voor het eten.  Met hun lange poten wandelen ze door het water waar ze vooral algen en kleine kreeftachtigen eten.  Als ze in zout water voedsel zoeken, kunnen ze dat zout door hun neusgaten terug naar buiten duwen.  Ze gebruiken ook hun zwemvliezen om vaste deeltjes uit de bodem los te trappen.  

Als de flamingo’s zes jaar zijn, gaan ze paren.  Vaak begint de hele groep samen te paren.  Mannetjes doen gekke dansjes om een vrouwtjes voor zich te winnen.  Het lijkt wel een ganse show die ze opvoeren.  De koppen worden tegelijk heen en weer gedraaid.  Na het paren wordt een ei gelegd in een nest van modder en stokken.  Na 30 dagen komt het ei uit en komt het jong tevoorschijn met een rechte snavel.  Later als het groter wordt en groeit, komt er een bocht in de snavel. 

Stap voor stap raakt deze soort minder bedreigd.  Toch blijft de mens een belangrijke vijand.  Wij vernietigen de leefomgeving van de vogels en stelen de eieren uit de nesten om ze te verkopen.  Ook zware regens kunnen er voor zorgen dat de vogels niet broeden. 

foto’s : korinek, james warwick,