orde

Kameelhalsvliegen

snakeflies - raphidioptera

De kameelhalsvliegen zijn een orde insecten met vleugels, maar zijn geen vliegen.  Ze horen bij de groep van de netvleugelachtigen en tot de oudste insecten op de wereld die al 300 miljoen jaren leefden.  Het is een kleine groep insecten.  Ze vallen op door hun grote doorzichtige vleugels en hun lange hals.  De vrouwtjes hebben een grote legboor waarmee ze hun eitjes leggen in spleten en barsten in boomschors.  Je vindt ze niet echt in regenwouden.  Dat komt omdat ze de koude nodig hebben om te verpoppen.  Als het te warm is, dan kunnen de larven niet ontpoppen en dus niet uitgroeien tot volwassen dieren.

Hun kop is een beetje eivormig met vooraan de kaken die vrij groot zijn.  Allerlei tandjes zitten aan de binnenkant om hun prooien te verscheuren.  De antennes dienen enkel om een vrouwtje te vinden en te paren.  Ze hebben twee grote ogen die bestaan uit vele kleintjes.  Maar boven op hun kop zitten nog drie oogjes die eigenlijk voor weinig dienen.  Deze kunnen enkel het verschil tussen licht en donker opmerken.  De vleugels worden in rust altijd boven hun kop gevouwen als een dakje.  Toch vliegen de kameelhalsvliegen weinig en kunnen ook niet zo vlot vliegen als andere insecten.  Ze zijn vooral te vinden onder losse boomschors of op takjes.  Daar jagen ze op kleinere insecten en hun larven.  Ze eten enkel vlees en geen planten.

Larven vallen niet op als ze op een boomschors zitten.  Ze hebben net als de volwassen diertjes 2 grote kaken waarmee ze prooien grijpen.  Aan de kop zitten 4 tot 7 kleine oogjes.  Wat knap is, is dat de larven snel vooruit maar ook achteruit kunnen stappen.  Ze wriemelen overal tussen met hun gladde lijfje en hebben nog geen vleugels die in de weg zitten. 

Bij het paren gaat het mannetje gewoon achter het vrouwtje staan en kromt zijn lijf.  Het lijkt wat op de manier die ook libellen gebruiken.  Dan zet het vrouwtje haar eitjes af in de schors van de bomen.  De larven worden na elke vervelling groter en groter omdat ze echt wel vreten.  Ze blijven zeker niet bij elkaar, want anders eten ze elkaar op.  Het duurt wel 2 jaar eer ze uitgroeien tot volwassen kameelhalsvliegen.  In de herfst gaat de larve zich in een holletje verstoppen in een boomschors.  Daarbovenop doet hij wat houtvezels zodat vijanden zijn plaatsje niet ontdekken.  Pas in de lente begint hij te verpoppen. 

Het zijn echte jagers die vooral op bladluizen jagen.  Volwassen diertjes eten ook stuifmeel.  Larven eten meer spinnetjes en spinneneitjes, maar ook mijten, stofluizen en springstaarten.  Tijdens het eten durven de vrouwtjes wel eens kwispelen met hun legbuis.  De grootste vijanden zijn insecteneters, maar ook parasieten.  Dat zijn piepkleine diertjes die op de kameelhalsvliegen leven en uiteindelijk hen zullen doden.  Ook op de larven leven soms parasieten.  De larven worden dan van binnenuit opgegeten. 

vele families