onderfamilie

Kapucijnaapjes

cebus- gracile capuchin monkeys

De kapucijnapen vormen samen met de doodshoofdaapjes en de klauwaapjes een groep.  Hun naam kregen ze omdat de tekening op hun gezicht goed lijkt op de kap van een monnik van de kapucijnen.  Ze worden ongeveer 30 tot 55 centimeter groot met een staart die even lang kan worden.  Mannetjes zijn groter dan vrouwtjes en hebben ook grotere hoektanden.  Ze gebruiken het topje van hun staart om mee te grijpen.  Overdag vind je ze laag in de bomen en ze komen af en toe naar beneden om eten te zoeken.  Ze houden van rijpe vruchten, bessen en insecten, maar ook bloemen, zaden, wortelen, spinnen en slakken.  Dieren die meer aan de kust wonen, eten ook oesters en krabben.  Met harde voorwerpen breken ze schelpen en noten open.

De apen komen voor in Zuid-Amerika tot op een hoogte van meer dan 2000 meter.  Daar vind je ze in mangroves, regenwouden, moerassen en savannes.  Na het paren wordt een jong geboren na 150 dagen.  Dat gebeurt maar om de twee jaar.  Ze kunnen tot 40 jaar oud worden, wat veel is voor zo’n kleine zoogdieren.

De apen leven in grote groepen van 7 tot 20 dieren met meerdere mannetjes samen.  Een mannetje is wel de leider en mag met de andere vrouwtjes paren.  Tegenover andere groepen kapucijnapen maken ze veel ruzie.  Je ziet ze vaak samen met doodshoofdaapjes en slingerapen.  Ze worden soms ook als huisdier gehouden.

foto’s : david jensen, charlesjsharp, frans de waal, Whaldener Endo

5 soorten

bruine kapucijnaap

geelborstkapucijnaap

witvoorhoofdkapucijnaap

witschouderkapucijnaap

treurkapucijnaap