orde

De kikkers

frogs - anura

Kikkers zijn amfibieën en hebben geen staart.  De kop en bek zijn breed, de achterpoten zijn sterk gespierd.  Alle kikkers hebben een plat lichaam met uitpuilende ogen.  Ze zijn de enige dieren die een kwaakblaas hebben en hiermee geluiden kunnen maken om elkaar te roepen.  Ze hebben koud bloed.  Sommigen houden een winterslaap. 

 Kikkers hebben heel veel vijanden zoals vogels, zoogdieren en reptielen.  Ze komen overal op de wereld voor, op koude en warme plaatsen, en kunnen zich heel goed aanpassen.  De enige plaats waar ze niet kunnen leven is in de zee.  Ze gebruiken wel het water om hun eitjes in te leggen en zijn daarom vaak te vinden bij het water.

Kikkers zijn er in vele vormen en maten.  De ogen puilen duidelijk uit en staan aan de bovenkant van de kop.  De poten dragen lange tenen met zwemvliezen.  De achterpoten van de kikkers zijn veel langer dan de voorpoten.  Daaraan zitten vijf tenen en vier vingers.

Een kikker ziet echt niet goed.  Ze zien alleen bewegende dieren.  Als de vijand niet meer beweegt, dan zien ze hem niet meer staan.   Hij heeft ook geen nek, waardoor de kop niet gedraaid kan worden.  Als een kikker een prooi of een vijand wil bekijken, dan moet heel het lichaam worden gedraaid.  En dat kan natuurlijk het dier verraden.  Ze kunnen ook niet zo goed horen.  

  Kikkers leven meestal van insecten en larven, wormen, spinnen en slakken.  Eigenlijk eten kikkers alles wat ze kunnen pakken.  Dat komt omdat ze zo slecht zien.  De prooi wordt vaak gevangen met hun kleverige tong die snel en gericht kan worden weggeschoten en weer ingetrokken.  Er zijn ook kikkers zonder tong.  Zij pakken hun prooi met hun vingers.  Ze hebben geen nagels of klauwen.

Kikkers lokken elkaar met kwaken.  Het geluid wordt versterkt door de kwaakblaas.  Alle kikkers die kwaken zijn mannetjes.  Hoe groter het mannetje zijn kwaakblaas kan maken, hoe mooier het vrouwtje dat vindt. 

Een kikkereitje groeit tot een echte kikker.  Eerst komen de voorpoten aan het kopje en daarna de achterpoten.  De lange staart wordt dan afgeduwd en het kikkervisje kan nu uit het water komen en op het land leven.

Direct achter de ogen zijn twee ronde, platte schijven.  Dat zijn de oren.  Ze zijn niet goed te zien omdat ze zo klein zijn.  Kikkers hebben geen gebit zoals mensen.  Enkele soorten hebben wel tanden.  De tanden van kikkers worden nooit gebruikt om prooien te malen, maar alleen om ze vast te houden terwijl de prooi helemaal wordt naar binnen geslokt.

De huid van alle amfibieën dient om te ademen.  Ze moeten dus eigenlijk ook niet drinken langs hun mond, dat gebeurt langs hun huid.  Ze moeten daarom steeds op natte plekken blijven of ze drogen uit.  Ook moeten alle kikkers regelmatig vervellen.  Hierbij wordt de huid volledig vernieuwd.  Dat is heel belangrijk, want hij moet zo snel mogelijk door zijn nieuwe huid kunnen ademen.  Veel kikkers eten de afgeworpen huid op zodat deze niet verloren gaat.  Ze kunnen zelfs een beetje van kleur veranderen.  Meestal gebeurt dit als ze aan het paren zijn.

foto’s : karthickbala, marek sczcepanek, careyjamesbalboa, ren west, holger groschl

23 families