soort

De kleine grottenkakkerlak

blaberus fusca - dwarf cave cockroach

De kleine grottenkakkerlak is een insect dat behoort tot de kakkerlakken.  Het is een grote soort die voorkomt in Zuid-Amerika.  Ze lijken goed op de doodshoofdkakkerlak.  Deze dieren worden soms thuis bij mensen gekweekt in bakken en als voer gebruikt voor hagedissen.  Ze worden ongeveer 5 tot 7 centimeter groot.  Bij elke vervelling worden ze een beetje groter.  Bij de laatste vervelling krijgen ze er vleugels bij.  De oude huid wordt dan opgegeten. 

Bij deze soort zie je een bruine band over de vleugels lopen.  De poten zijn ruw en met stekels bedekt.  De kop zit onder een schild. 

Als het echt warm is, dan voelen deze kakkerlakken zich prima.  In onze streken is het dus echt niet warm genoeg.  Ze eten alles van vis tot fruit.  Het zijn snelle lopers maar zullen bijna nooit vliegen.  Je kan ze oppakken maar dan wriemelen ze flink tegen.  Het grootste deel van de dag zitten ze onder bladeren .  De antennes worden dikwijls gepoetst door ze langs hun mond te strijken.  Ook de poten worden gepoetst en de vleugels worden geschud.  Kakkerlakken die elkaar tegenkomen, tasten elkaar af met hun antennes en gaan hoog op hun poten staan. 

De eitjes worden in pakketten gelegd van ongeveer 40 stuks.  Het zijn gelige droge staafjes waarin de eitjes tegen elkaar geplakt zitten.