familie
Leguanen
iguanidae
Leguanen zijn een familie hagedissen die wel 40 soorten telt. Vroeger was deze familie veel groter, maar met de jaren werden er meer en meer aparte families geteld. De bekendste soort is de groene leguaan en de zeeleguaan. De eerste wordt vaak als huisdier gehouden. De zeeleguaan is de enige leguaan die zijn eten in de zee gaat zoeken. De dieren komen enkel voor in Noord- en Zuid-Amerika. Het zijn prima klimmers en leven op takken in hoge bomen. Maar er zijn ook enkele soorten die op de bodem leven of in woestijnen. De boombewoners zijn meestal zeer snel en kunnen zich zonder problemen van een hoge tak laten vallen om te vluchten. Woestijnleguanen lopen op hun achterpoten als ze vluchten voor gevaar.
De leguanen horen tot de grootste van de leguanenfamilies. Ze kunnen tot één meter lang worden met hun staart bij. De dieren hebben ook een rugkam die in de nek meestal groter is. Sommigen hebben stekels en hoorns op de kop. Dat zijn meestal de mannetjes die dat hebben. Ze knikken ook met de kop en zwaaien met hun poten om met elkaar te ‘praten’. De dieren jagen op insecten als ze jong zijn, maar eten meer en meer planten als ze ouder worden. Op het eind van hun leven eten ze enkel nog planten zoals vruchten, bessen, bloemen en jonge scheuten. In de woestijn eten sommige leguanen cactussen.
Lang werden de leguanen gevangen om op te eten. Maar de dieren zijn moeilijk te pakken, omdat ze erg snel kunnen zijn en flink kunnen bijten. Daarom werden de dieren uit de bomen geschoten met een katapult. Door het geluid van een havik na te doen, bleven de meeste dieren doodstil zitten omdat ze dachten dat er een vijand op komst was. Dit was voor de mensen makkelijk om ze uit de bomen te schieten.
Doordat de mens geiten, ratten en varkens verspreidde, werden vaak alle goede planten en bloemen opgegeten, zodat de leguanen geen voedsel meer konden vinden.
foto’s : vincent20666, gnu free, arpingstone, wragge, aquaimages, Christian Mehlführer