orde

Libellen

odonata - dragonflies, damselflies

Libellen vormen een orde onder de insecten.  Er komen over heel de wereld wel 5000 soorten voor, vooral in warme landen.  Libellen hebben 2 paar grote vleugels, kleine voelsprieten, een heel lang achterlijf en grote ogen op hun kop.  Het opvallendste aan de kop zijn de ogen, die uit duizenden facetjes bestaan.  Dat zijn allemaal kleine oogjes.  Met deze ogen ziet het scherp op afstand en dichtbij.  Met de forse monddelen kan een libel hard bijten, maar ze steken niet.

De poten dienen om te jagen en niet meer om te lopen.  Tijdens de vlucht vormen de poten een soort vangnet en de kleine stijve haartjes zorgen ervoor dat de prooi niet meer kan ontsnappen.  Bij libellen zijn de 4 vleugels los van elkaar.  Hierdoor kan de libel knappe kunsten uithalen, zoals stil hangen in de lucht, recht opstijgen en zelfs achteruit vliegen.  Libellen horen bij de snelste insecten en behalen tot 5 kilometer per uur.

Het lange achterlijf bestaat uit tien delen en buigt gemakkelijk.  Het wordt ook gebruikt voor het sturen tijdens het vliegen.  Hij gebruikt zijn lange lijf ook om te paren.  Daarmee hangt hij als een soort tang rond het vrouwtje.  De prachtige kleuren zijn ook belangrijk voor de libel.  Ze helpen bij het herkennen van het juiste mannetje of vrouwtje.  Door hun juiste kleuren kunnen ze zich voor hun vijand verbergen.

Uit de eitjes komt een larve die stilaan opgroeit tot een libel.  Hiervoor moet hij wel vele keren vervellen.  Soms wel 16 keer.  Bij het paren zit het mannetje vast aan het vrouwtje.  Het zijn echte acrobaten.  Ze vliegen zelfs zo met zijn tweetjes weg, terwijl ze vasthangen aan elkaar.  Soms paren ze in de lucht al vliegend.  De eitjes worden door het vrouwtje afgezet met haar lang lijf.  Met een legboor maakt ze gaatjes op waterplanten waarin de langwerpige eitjes worden gestopt.  Sommige libellen zetten hun eitjes af in de modder.  Vooral wespen liggen op de loer om de eitjes van de libel te pakken.  Er zijn zelfs wespen die hun eitjes in de eitjes van de libel afzetten. 

Een larve kan moeilijk tegen de kou.  Daarom gaan de eerste vervellingen vrij vlug zodat ze snel groter zijn.  Larven lijken al vanaf het begin goed op een libel.   Wel zijn de ogen kleiner, is het lijf korter en heeft het nog geen vleugels.  De larven blijven soms tot vijf jaar onder water.  Ze eten heel veel en jagen op kleine waterdiertjes en zelfs kleine visjes.  Ze grijpen die met hun lange onderlip dat op een vangmasker lijkt.  Die kan de larve heel vlug uitschuiven.  Larven kunnen wel opgegeten worden door vissen, kikkers, waterinsecten en zelfs door de andere libellen.  Als ze de laatste keer gaan vervellen, dan komen ze uit het water.  Dat is heel gevaarlijk voor hen, want ze moeten eerst flink opdrogen vooraleer ze kunnen vliegen.  Zwaluwen, boomvalken en bijeneters liggen nu op de loer voor een lekker hapje.  Ook de mens is een vijand want hij maakt vijvers en sloten vuil.

foto’s : rozenzweig, fitting, charleslam, piet spaans, creative commons, soebe, rixon nixon, mbetley, minutemen

2 onderordes