familie

Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden
carettochelyidae - pig-nosed turtle - carettochelys insculpta
De Nieuw-Guinese tweeklauwschildpadden zijn echte waterschildpadden waarvan er het grootste deel al is uitgestorven. Er is nu nog maar één soort in leven. Ze leven in rivieren en meren omdat ze geen sterke hoornplaten hebben. Ze zijn familie van de weekschildpadden, maar die hebben een nog zachter schild. De dieren komen voor in Nieuw-Guinea en Australië, en leven in rivieren, poelen en ondiepe plekken met modder.



De dieren komen bijna nooit uit het water. Hun lijf is volledig aangepast om te zwemmen. Het schild op de rug en op de buik zijn met elkaar vergroeid. Hun poten zien er meer uit als zwemvliezen. De kop en de poten zijn zwart en het schild grijsbruin tot zwart. De buik ziet er roze uit. Mannetjes herken je aan hun lange en dikkere staart. Hun bek ziet er uit als een snavel en hun ogen puilen uit. Ze worden ongeveer 50 centimeter groot. Zoals de naam het zegt, hebben ze aan iedere poot twee duidelijke tenen die op kleine klauwtjes lijken.

In het Engels noemt deze schildpad de varkensneusschildpad. Hun neus is duidelijk langer en ze hebben ook grotere neusgaten. Dat maakt het ademen veel makkelijker en hoeven ze niet hun ganse kop uit het water te steken. De dieren leven van vis, slakken, amfibieën en ook planten. Vrouwtjes leggen tot 22 eieren in een kuiltje op de oever van de rivier.
foto’s : derek ramsey, dawson, faendalimas, mistvan