soort
De nijlgau
nilgai - boselaphus tragocamelus - blue bull
De nijlgau of nilgai is een primitieve soort antilope die voorkomt in India. Het zijn grote dieren, maar hebben een kleine kop. De voorpoten zijn langer dan de achterpoten. De vacht is bruingrijs tot blauwgrijs. Boven de hoeven merk je een witte ring en ook op de wangen en de kin zitten witte vlekken. Ze hebben ook korte manen, maar enkel de stieren hebben nog een zwarte franje aan de keel hangen. Hoorns vind je enkel bij de mannetjes die ongeveer 20 centimeter groot worden.

De dieren worden 180 tot 210 centimeter groot en kunnen tot 300 kilogram wegen. Ze voeden zich met gras, bladeren en vruchten. Tot hun vijanden hoort de Bengaalse tijger. Bij gevaar vluchten ze en halen snelheden tot 50 kilometer per uur.


Ze leven in kleine kuddes met één mannetje als leider en vele vrouwtjes met hun kalveren. Mannetjes zullen elkaar bevechten om de leider van een kudde te mogen zijn. Hierbij gaan ze op de knieën en stoten elkaar met de hoorns. De vrouwtjes krijgen één jong die ze tot 250 dagen dragen.

Je vindt de nijlgau in droge bossen en laaglanden in India, Nepal en Pakistan. In Amerika komen de dieren ook voor in Texas, maar die zijn daar ingevoerd. Ze kunnen echter veel schade aanbrengen aan de landbouw, maar worden door de Hindoes beschermd als heilig dier.
foto’s : lisa purcell, gnu free, cookeen