soort

De putter

european goldfinch - goldfinch - carduelis carduelis

De putter is een zangvogel uit de familie van de vinkachtigen.  Ze worden ook de distelvink genoemd en worden ongeveer 12 centimeter groot.  Hun naam distelvink kregen ze omdat ze vaak op distels zitten.  De naam putter komt van vroeger toen de vogels in kooien werden gehouden en ze hun water uit een vingerhoed omhoog moesten putten om te kunnen drinken.  Mannetjes en vrouwtjes zien er hetzelfde uit.  Ze hebben beiden een rood maskertje dat enkel bij het mannetje doorloopt tot voorbij het oog.  Als ze broeden, zijn het masker en de gele strepen bij het mannetje feller van kleur. 

Je vindt de putter in bosjes, langs bosranden en in tuintjes in de stad.  Ze komen vooral voor in Europa, het noorden van Afrika tot het zuidwesten van Azië.  Er bestaan heel wat verschillende ondersoorten.  Die komen allemaal in verschillende landen voor.  Ook de kleuren kunnen erg verschillend zijn van bruin tot geel en van wit tot zwart. 

Bij de putters zingen ook de vrouwtjes, maar dat is minder mooi dan de mannetjes.  Het zijn zaadeters, maar ze lusten ook bessen, knoppen, zaden van distels en van grassen.  Ook insecten vinden ze wel eens lekker zoals miereneieren, meelwormen en rupsen.  Broeden gebeurt van april tot juni.  Het nest wordt gemaakt in heggen en dichte struiken.  Daarin leggen ze 5 tot 6 witte eitjes met bruine vlekjes.  De eieren worden 14 dagen uitgebroed. 

foto’s : falkenberg, pires, holopainen, motlik