familie

pythonidae - pythons
De pythons zijn een familie slangen die vroeger tot de boa’s behoorden. Sinds kort is het een aparte familie. Er zijn in totaal 35 soorten pythons. Het zijn wurgslangen en dus niet giftig. Ze zijn heel lenig en leven in bomen. Ze eten vooral knaagdieren en andere zoogdieren, maar ook vogels en reptielen als hagedissen worden gegeten. Een aantal pythonsoorten wordt zelfs langer dan vijf meter. Pythons lijken veel op boa’s, maar er zijn ook verschillen. Pythons leggen eieren, terwijl alle boa’s hun eieren ophouden terwijl ze jongen krijgen. De jongen komen dus uit het ei als ze nog in de moeder zitten. Het vrouwtje legt haar eieren op een hoop en kronkelt zich eromheen. Het is best dat je dan niet in de buurt komt, want dan kunnen de vrouwtjes erg agressief worden. Omdat de slang koud bloed heeft, kan ze haar eieren niet echt verwarmen. Ze doet dat door met haar lichaam te rillen. Zo krijgt ze het iets warmer om haar eieren uit te broeden.



De bekendste python is de koningspython. Hij heeft zijn naam omdat de vlekken op zijn gladde huid op kroontjes lijken. Deze slang wordt meestal niet langer dan één meter en een half. Je vindt hem vooral in Afrika. Hij leeft in droge gebieden zoals savannes en bossen, maar altijd in de buurt van water. Zijn prooien vangt hij vooral in de nacht. Hij klimt de bomen in om ook daar op jacht te gaan. Hij wurgt zijn prooi aleer hij die opeet. Zijn kleur is meestal donkerbruin tot zwart met geelbruine vlekken. Het lichaam is erg dik en gespierd. Deze slang wordt vaker gehouden in kooien bij mensen thuis. Ze is rustig om te houden en valt geen mensen aan. Als er gevaar is, rolt hij zich op als een bal met de kop in het midden om zich te beschermen. Hij kan wel dertig jaar oud worden. Dat is toch wel oud voor een slang.

foto’s : malby, public
soorten
diamantpython

koningspython

ruitpython

pygmee python

dwergpython

netpython

tijgerpython

groene boompython

zwartkoppython

gevlekte python

olijfpython

timorpython

rotspython
