familie

Pelikanen

pelecanidae - pelicans

Pelikanen zijn watervogels die tot bijna 2 meter lang kunnen worden en met hun vleugels open zelfs tot 3 meter breed.  Ze behoren tot de grootste vliegende vogels, worden wel 35 jaar en eten vooral vis.  Door flink met hun vleugels te klapperen worden de vissen naar ondiep water gestuurd, zodat ze met hun grote snavel en keelzak de vissen uit het water kunnen scheppen.  Als hij zijn kop optilt, wordt het water gezeefd en blijf de vis achter.  De pelikanen broeden in kolonies, waar ze dicht op elkaar zitten.  In dierentuinen broeden ze niet zo gemakkelijk.

Ze komen op vele plaatsen in de wereld voor, als er maar genoeg vis is.  Bij ons zie je weinig of geen pelikanen.  In de herfst trekken ze met grote groepen naar Afrika.  Ze vliegen soms samen met ooievaars en roofvogels en keren in de lente terug.  Ze kunnen wel meer dan 5000 afleggen.  Soms verdwalen er enkele vogels en dan kun je ze wel eens bij ons tegenkomen.  Een eenzame pelikaan is meestal een ziek of verdwaald dier.  In Afrika zitten ze vaak samen met andere watervogels zoals maraboes, aalscholvers en flamingo’s.  Ze maken weinig ruzie om een prooi en laten voor de oudsten het beste voer achter.  Mocht er toch ruzie zijn, dan kunnen ze elkaar flink verwonden met de haak aan het einde van de bovensnavel.  Als die in de keelzak terechtkomt, kan dat flink bloeden. 

De pelikaan eet vooral vis, zowel kleine als grote.  Hij kan een vis van 2 kilogram in zijn geheel doorslikken.  Sommige pelikanen kunnen duiken, anderen niet.  Zij vissen hun prooi op het water.  Als de pelikanen een school vissen hebben gevonden, steken ze de snavel in het water en houden ze hun vleugels boven hun rug.  Met de haakvormige punt aan de snavel grijpt hij de vissen vast, die hij daarna in de lucht gooit om hem weer op te vangen in de keelzak en hem inslikt.

Behalve de mens kent hij geen vijanden.  Jonge vogels kunnen wel gegrepen worden door arenden en andere grote roofvogels.  Tijdens het broeden doen de mannetjes een dansje tegenover de vrouwtjes.  Dat noemen we de balts.  Het vrouwtje kiest het mannetje dat het mooist kan dansen.  Vanaf dan blijven ze heel de tijd samen en verlaten even de groep om een goede nestplaats te zoeken.  Als ze een goede plek hebben gevonden, krabben ze in de grond met hun snavel en nemen ze op de plek plaats.  Dan beginnen ze te paren.  Het mannetje gaat dan om takjes voor het nest, maar het vrouwtje bouwt het.  Beide ouders broeden om beurt.  Bij de geboorte is het jong kaal.  Na drie tot vier weken verzamelen de jongen zich in de kinderopvang.  Hier houden enkele vogels de wacht.  Als de ouders hen bezoeken om te voeren, herkennen zij hun jongen direct.

Pelikanen zijn de zwaarst vliegende vogels.  Om op te stijgen maken ze een aanloop over het water.  Met hun brede, uitgestrekte vleugels zweven ze vaak op de warme lucht.  Ook vliegen ze vaak in V-vorm.  Net als een reiger houden ze hun nek ingetrokken tijdens het vliegen.  Ze landen meestal op het water.  Hierbij remmen ze af door de staart, de vleugels en de zwemvliezen tussen de tenen te verspreiden.  

foto’s : fir0002, dick mudde, pbrundel, magalhaes

8 soorten