soort

De ruwe pissebed

porcellio scaber - rough woodlouse

De ruwe pissebed wordt ook wel de gewone pissebed genoemd en komt in ons land vaak voor.  Ze leven van rotte planten in je tuin, maar komen ook voor in bossen en graslanden.  De diertjes kunnen niet zo goed tegen de droogte.  Daarom zie je ze ook vaak onder een steen of een bloempot zitten.  Met hun mond kunnen ze hout en bladeren vermalen.  Maar ze hebben ook vele vijanden zoals insecten, spinnen, amfibieën en vogels.  De roodwitte celspin leeft zelfs enkel van pissebedden.  Met hun krachtige kaken kunnen ze de schild van het pissebed kraken. 

De diertjes vervellen ook vaak en doen dat telkens in twee stappen.  Eerst het achterste deel van hun lijf en enkele dagen later het voorste deel.  Als het in één keer zou vervellen, dan drogen de dieren te gemakkelijk uit.  Hun lijfje bestaat uit schijfjes die over elkaar schuiven.  De voorste schijfjes hebben telkens twee poten.  Achteraan hebben de dieren geen poten maar vind je de kieuwen die onderaan zitten.  De pootjes kunnen ook worden ingetrokken als er gevaar is. 

Ze zijn grijs van kleur en hebben vele kleine bobbeltjes op hun schild.  Vooraan zitten twee antennes.  Hier vind je ook de ogen waarmee de dieren niet goed kunnen zien.  Ze kunnen ook ziek worden en krijgen dan een paarse tot blauwe kleur.  Als je dat opmerkt, zullen ze niet lang meer leven.  Het is een soort virus waar de pissebedden last van kunnen hebben. 

Na het paren draagt het vrouwtje tientallen eitjes in zakjes bij zich.  Na de geboorte blijven ze nog een tijdje bij de mama in een soort buidel.  Je merkt het op als een gelige bobbel onderaan het vrouwtje.  Telkens de jongen gaan vervellen, komt er een schijfje bij.  De dieren kruipen steeds dicht bij elkaar zodat ze niet makkelijk uitdrogen.  Het ademen gebeurt langs de buik zodat die kant steeds nat moet blijven.  Als de kieuwen te droog zijn, kunnen de diertjes niet meer ademen. 

foto’s : arctanx, fritz geller grimm, hans hillewaert, python