soort

Het schaap

sheep - ovis aries

Het schaap behoort tot de holhoornigen, woont vaak als huisdier bij de mensen en eet gras en hooi.  Maar er bestaan ook vele wilde schapensoorten.  Het mannetje heet een ram.  Het vrouwtje heet een ooi.  Het jong van een schaap noemen we een lam. 

De meeste lammetjes worden in de lente geboren.  Na zes weken kan een lammetje al voor zichzelf zorgen.  Van de vacht van een schaap maken ze truien.  Lammetjes klimmen soms op de rug van hun moeder.  Als ze volwassen zijn, doen ze dat niet meer.
Sommige schapen zijn bruin, maar de meeste zijn wit.  Een mannetjesschaap heeft grote horens.

Vroeger mochten schapen gewoon samen lopen in een kudde en werden ze niet op een wei gezet met draad eromheen.  Meestal liep er een herder bij de kuddes.  Die herders hadden vaak een of twee honden bij zich.  De honden liepen dan rondjes om de kudde heen, zodat de schapen bij elkaar bleven, en niet weg konden lopen.

Het schaap is door de mens tam gemaakt voor zijn wol.  Behalve voor de wol worden schapen ook gehouden voor hun melk en hun vlees. 

Een schaap kan 15 tot 20 jaar oud worden.  Op hoge leeftijd verliest een schaap zijn tanden en kiezen waardoor het niet meer goed kan eten.  Het grazen gaat heel anders dan bij de koe die het gras met haar tong los trekt.  Een schaap eet veel korter gras dan een koe.  Een boer kan wel eerst koeien in een wei zetten en daarna schapen, maar nooit andersom.  De mest van het schaap wordt dan weer gebruikt om het veld te bemesten. 

De boer schildert ook vaak gekleurde stippen op de rug van de schapen.  Zo kan hij heel vlug op de wei zien waar de mannetjes en de vrouwtjes lopen.  En waar de vrouwtjes lopen die al gepaard hebben.  Ook wordt de vacht geschilderd zodat stropers de schapen niet zullen stelen.  Zij doen dit om de vacht van het schaap te kunnen verkopen. 

Als schapen op hun rug liggen is dat niet zo goed.  Ze raken niet meer vanzelf terug recht en kunnen dan sterven.  Dat komt omdat ze dan niet meer kunnen ademen.  Het schaap heeft geen sik, zoals zijn vriend de geit.  Ze kunnen niet zo goed ruiken.  De hoorns van een schaap zijn gekruld.  Een volwassen ram heeft hoorns die omlaag achter de oren langs krullen.

foto’s : creative commons, robek, bohringer, eadepoeltegroen