soort

De sneeuwpanter

uncia uncia - snow leopard

De sneeuwpanter behoort tot de katachtigen en wordt ook wel de sneeuwluipaard genoemd.  Zijn vacht is lichtgrijs en soms wat gelig met zwarte vlekken.  Hij wordt tussen 1 en 1.5 meter lang met nog een vrij lange staart van één meter erbij.  De hoogte van zijn schouders is ongeveer 60 centimeter.  Tegenover andere panters is deze sneeuwpanter vrij klein.  Zijn lange staart helpt hem om het evenwicht te houden als hij grote sprongen maakt over rotsen en kloven.  Hij gebruikt zijn staart ook als een soort sjaal als het te koud is.  Hij beschermt er zijn neus en snoet mee.  Het vele haar op zijn poten doet denken aan sneeuwschoenen net als de lynx. 

De dieren komen voor in China, Rusland, Mongolië, Nepal, Bhutan en Afghanistan.  Er bestaan over de hele wereld nog ongeveer 4000 sneeuwpanters en zijn hiermee erg bedreigd.  Omdat zijn vacht zo mooi is, wordt er veel op hem gejaagd.  Het liefst verblijft hij hoog in de bergen.  Maar als het daar in de winter te koud wordt, daalt hij af om op lagere plaatsen zijn prooi te vinden.  Zijn prooien zijn vooral herten, wilde zwijnen, geiten, steenbokken en alle dieren die hij op zijn weg tegenkomt.  Grotere prooien worden vanuit de struiken gevangen.  Tot 15 meter kan de sneeuwpanter zijn prooi te pakken krijgen. 

Sneeuwpanters brullen niet, maar ze hebben wel enkele kreten.  Als het wijfje een nest krijgt, zijn dat ongeveer 2 tot 3 welpen die in een rotsholte worden geboren.  Als ze klein zijn, is hun vacht wolliger en hebben ze nog geen vlekken.  Na drie maanden volgen de welpen hun mama om mee te gaan jagen.  Na twee jaar gaan ze zelf op weg om te jagen en verlaten ze hun moeder.

foto’s : aaron logan, creative commons, toomas hinnosaar, bernard landgraf