familie
mexican python - loxocemidae
Spitskoppythons zijn slangen die ook wel de Mexicaanse pythons worden genoemd. Ze horen niet tot de grote groep pythons. Die groep pythons leeft in Afrika, Australië en Azië. Maar de Mexicaanse python is de enige die in Zuid-Amerika leeft.
Ze worden ongeveer anderhalve meter lang en hebben een gespierd, stevig lichaam met een zachte huid. De huid blinkt ook heel mooi. De kop is spits om goed te kunnen graven. De kleine ogen en de wippende neus maken het graven nog makkelijker. Echte pythons hebben dit niet. Ze zijn bruin tot roodbruin met een lichtgele onderkant. Strepen en vlekken hebben ze niet. Enkel oudere dieren krijgen wat lichte vlekken.
Ze eten alles wat voor hen komt als het maar in hun bek kan : reptielen, knaagdieren en amfibieën. Of eieren van schildpadden en leguanen. Deze slangen vind je vaak bij mierennesten. Toch eten ze geen mieren maar waarschijnlijk gaan ze bij deze nesten schuilen als er gevaar is. Vaak gaan ze ook jagen als het nacht is. Ze leven op de bodem in de regenwouden en op rotsige plaatsen in Midden-Amerika. Ze hebben grote sterke kaken om hun prooi te verslinden.
De spitskoppython legt zoals vele soorten eieren. Ze hebben meerdere legsels per jaar met telkens ongeveer vier eieren. Na 5 jaar zijn de kleintjes volwassen en kunnen ze paren. De slangen zijn makkelijk te houden in gevangenschap.
foto’s : creative commons, zabara, terraincognita, janzen,