soort

De Tibetaanse haas

woolly hare - lepus oiostolus

De Tibetaanse haas is een haasachtige uit het geslacht van de echte hazen.  Ze worden ook nog wolhaas genoemd en leeft verspreid over het Tibetaans Plateau tot aan de rand van het westen van Sichuan en zuiden van de Gobiwoestijn en in de Himalaya.  

De haas wordt tot 50 centimeter groot en weegt niet meer dan 3 kilogram.  Het dier heeft een slanke bouw met lange poten en oren.  Tijdens de winter wordt de vacht dikker en wolliger dan bij andere hazensoorten, wat het dier zijn naam geeft.  Op de rug en kop zijn de dieren donkerbruin gekleurd, wat op het achterwerk overloopt in grijzig zwart.  De borst en staart zijn wit en de poten en borst lichtbruin tot beige. 

Wolhazen zijn alleen levende dieren, behalve in het paarseizoen.  Ze voeden zich met vrijwel alle planten die ze kunnen vinden.  In de zomer eten ze zich rond zodat ze de winter kunnen overleven.  De voortplanting gaat op dezelfde manier als bij de Europese haas, behalve dat de worpen minder groot zijn. 

De wolhaas leeft vooral in de late middag, schemering en ’s nachts.  Overdag verschuilen ze zich in struikgewas of onder rotsblokken, waarbij hun vacht een goede camouflage geeft in de steppes en hooggebergtes.  Ze hebben een uitstekende geur, gehoor en gezicht en bij het minste gevaar rennen ze zigzaggend naar de dichtstbijzijnde schuilplek.  De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn vossen, wolven, lynxen en arenden.