klasse

Miljoenpoten

diplopoda - millipedes

De miljoenpoten vormen een klasse van duizendpotigen.  Ze komen voor over de hele wereld, maar niet in erg koude of erg droge streken.  De meesten vind je terug in regenwouden en leven op de grond, onder de grond, langs de waterkant of klimmend op struiken en planten.  Het zijn planten- en afvaleters, maar ook enkele jagers op levende prooien.  Ze leven van rottende planten, wortels, rijp fruit en soms dode dieren.  Met hun monddelen maken ze het voedsel vochtig en schrapen er laagjes af.  Zo kunnen ze op korte tijd veel opruimen. 

Het lichaam bestaat uit een kop met 2 antennes en vele segmenten. Er is geen borststuk zoals bij alle duizendpotigen. Hun lijf heeft de vorm van een buis of een sigaar, anders dan bij duizendpoten. Als er gevaar is, dan kunnen miljoenpoten zich oprollen zoals een gordeldier. Het aantal poten is echt geen miljoen zoals de naam verward doet uitschijnen. Meestal hebben ze tussen de 80 en 400 poten. Duizendpoten hebben ten hoogste 40 poten. Toch bewegen ze zich door het grote aantal poten maar traag voor. De pootjes moeten zich al golvend vooruit bewegen of ze raken elkaar. Ook het grote pantser dat op de segmenten ligt, weegt zwaar door en moet worden meegesleept. Maar ze zijn wel sterk in het zich ingraven in de bodem. De vele poten duwen het lichaam zo de grond in.

Na het paren vervellen de mannetjes zodat ze hun geslachtorganen verliezen. Pas bij een volgende vervelling heeft hij ze weer terug. Het paren gebeurt met de buiken tegen elkaar. De organen om te paren zitten juist achter de kop op het derde segment. Sommige mannetjes hebben achteraan een tangetje om het vrouwtje stevig vast te houden bij het paren.

Miljoenpoten kunnen niet bijten of steken maar scheiden een soort gif af. Overdag besteden de diertjes veel tijd in het schoonmaken van hun monddelen om schimmels en parasieten te vermijden. Vaak hebben ze last van teken en parasieten die zich tussen de segmenten gaan vast zetten. De miljoenpoten kunnen er niet aan. Maar door de regelmatige vervelling raken ze van de parasieten verlost. Tijdens de vervelling zijn ze wel kwetsbaar. Vaak gebeurt het vervellen dan ook onder de grond tot hun nieuw pantser hard genoeg is.

Tot de vijanden behoren schimmels, parasieten en wormen die in het lijf kunnen dringen. Maar ook grotere dieren zoals egels, kikkers, kevers, lijsters en merels lusten er wel. In onze streken zijn tot 60 soorten geteld.

foto’s : eric guinther, jos van adrichem, franco folini, marshal hedin

 

8 soorten

Afrikaanse reuzenmiljoenpoot

oprollers

witpootkronkel

grote tweestreep

penseeltje

zandkronkel

kleine tweestreep

streephaakpoot