soort

De vismarter

fisher - pekania pennanti

De vismarter is de grootste soort onder de echte marters en komt voor in de naaldwouden van Noord-Amerika.  Ondanks zijn naam eet de vismarter zelden vis.  Wel is het een van de weinige zoogdieren die succesvol jacht maken op stekelvarkens.  De naam is waarschijnlijk verkeerd overgenomen van het Franse woord.  Mensen maken jacht op de vismarter voor zijn pels, die als zeer waardevol wordt beschouwd.  Ondanks de jacht en de houtkap is de soort niet bedreigd.

Hij heeft een lange, donkerbruine tot zwarte vacht.  Op de kop en de hals zitten goud- en zilverkleurige haren.  De lange pluimstaart en poten zijn geheel zwart.  Op de borst kan een roomkleurige borstvlek zitten.  De oortjes zijn vrij klein en rond.  De dieren worden 45 tot 80 centimeter groot met een lange staart van 30 centimeter.

De vismarter leeft alleen en is een nachtdier.  Overdag rust hij in een hol tussen de rotsen of in een boomstronk.  Het is een goede klimmer en zwemmer.  De vismarter jaagt vooral op de grond, maar ook in de bomen.  Daar zoekt hij middelgrote zoogdieren als Amerikaanse haas, oerzon, Canadese bever en Amerikaanse marter, maar ook muizen, eekhoorns, chipmunks, aas, bessen, vruchten en eieren.  Vissen zijn maar een klein deel van zijn menu.

De vismarter is een van de weinige diersoorten die een oerzon, het Noord-Amerikaans boomstekelvarken, kan doden.  Soms raakt de vismarter zozeer gewond door de stekels, dat hij aan zijn verwondingen sterft.  Omdat er op de kop van de oerzon geen stekels zitten, zal de vismarter zo veel mogelijk de oerzon in de kop te bijten.  Als dit gebeurt, draait de marter het stekelvarken om zodat hij bij de zachte buik komt.  Er worden één tot zeven jongen geboren in een grasnest, dat meestal hoog in een grote, holle boom ligt of tussen de rotsen.