soort

De Vlaamse gaai

eurasian jay - garrulus glandarius

De Vlaamse gaai is een soort kraai met vrij mooie kleuren in zijn veren.  Deze vogel komt voor in onze bossen.  Naast de ekster zie je hem vaker in de tuin dan vroeger.  De eik heeft zelfs heel graag Vlaamse gaaien in zijn kruin.  Ze grijpen de eikels beet en gaan ze ergens in het bos verstoppen.  Af en toe vergeet hij een paar plekjes.  Wat niet teruggevonden wordt, kan uitgroeien tot een nieuwe eik.  Daarom wordt de Vlaamse gaai wel eens de grootste bosbouwer genoemd, omdat hij eigenlijk meehelpt aan het kweken van eiken.  Hij legt ook een beetje een wintervoorraad aan. De Vlaamse gaai maakt veel lawaai en staat bekend als een dief van eieren en jongen van andere vogels

Vroeg in de lente komen de gaaien bijeen voor hun dansje.  De mannetjes jagen de vrouwtjes door de bossen en pronken met hun kuif fier omhoog en hun vleugels wijd uiteen.  Ze zingen zacht en geven hen voedsel aan.  Als het vrouwtje het ziet zitten, dan gaan ze paren.  Daarna bouwt het paar een nest van twijgen in een kleine boom of in een bosje.  Het is goed verborgen tussen dichte struiken.  De eieren komen uit tegen de tijd dat de eerste rupsen aan de bladeren beginnen te vreten.  De ouders verzamelen honderden van deze sappige hapjes om aan hun jongen te voeren.  Na zo’n drie weken kunnen de jongen vliegen en verlaten ze het nest om hun eigen voedsel te gaan zoeken.

Eigenlijk is de vogel vrij bang.  Jarenlang werd hij bejaagd door de mensen, omdat hij de eieren en kuikens stal van fazanten, patrijzen en andere vogels.  Vaak werd hij afgeschoten.   
De winter is een moeilijke tijd voor hem.  De bomen zijn kaal en de insecten houden zich verstopt.  Door duizenden eikels te verzamelen en te verstoppen, zullen ze in de winter dus niet gauw honger hebben.  Zijn sterke snavel gebruikt hij voor zaden, noten en eikels te breken.  Maar ook kleine dieren worden gevangen, zoals muizen, insecten en spinnen.

foto’s : luc viatour, erteilt, adam kumiszcza, marek scszepanek