orde

Vlooien

flea - siphonaptera

Vlooien zijn een orde insecten met sterke springpoten.  Ze zijn meestal 1 tot 3 millimeter groot.  Er bestaan duizenden soorten vlooien, maar allemaal zijn ze heel klein.  We moeten ze onder een microscoop leggen om ze goed te kunnen zien. 

In onze streken is de meest voorkomende soort de kattenvlo, die ook mensen en honden bijt.  De mensenvlo wordt hier eigenlijk niet meer gezien, de hondenvlo nog maar af en toe.  In Afrika zijn mensenvlooien heel gewoon.  Allerlei andere soorten dieren hebben hun eigen vlooien.  Zo vind je in verlaten vogelnesten vaak na maanden nog vogelvlooien.

Vlooien zijn parasieten.  Dat betekent dat ze zich voeden aan het dier waarop ze zitten.  Dit is een levend dier of mens.  Een vlo bijt en drinkt het bloed van dat dier.  Wanneer een vlo een mens bijt, voelt die dat meestal niet omdat de vlo zo klein is.  De vlo brengt wat speeksel in het bijtgaatje om te zorgen dat het bloed niet stolt en hij kan blijven drinken.  Dit speeksel zorgt voor jeuk en een bultje, net zoals bij een muggenbeet.

Vlooien veranderen vaak van vorm.  Dit betekent dat de jonge vlo er heel anders uitziet als een volwassen vlo.  De nog niet volwassen vlo wordt larve genoemd en ziet er uit als een kleine worm.  De larve heeft nog geen poten en kan niet springen.  Ze springen weg als ze denken dat er een vijand is, maar doen anders weinig om zichzelf te beschermen.  Net als muggen bijten vlooien niet om zich te verdedigen maar alleen om bloed te zuigen. 

Lang geleden was het vlooientheater een veel voorkomende attractie op kermissen en jaarmarkten.  Dat waren eigenlijk toneeltjes met vlooien. 

Een vlo zelf is ongevaarlijk.  Ze bijten, maar deze beten geven alleen maar jeuk.  Wat wel gevaarlijk kan zijn, is wanneer de vlo besmet is en die besmetting doorgeeft aan de mens.  Kattenvlooien kunnen besmet zijn met lintwormen en met de bacterie die de pest brengt.  In de middeleeuwen hebben vlooien de pest verspreid in Europa, waardoor miljoenen mensen stierven. 

4 soorten