stam

molluscs - mollusca
De weekdieren vormen een stam dieren die geen botten of beenderen hebben. We noemen ze ongewerveld. Week betekent hier zacht. Het zijn dus zachte dieren. Er bestaan wel 200000 soorten. De bekendste zijn de slakken en de inktvissen. De meeste weekdieren leven in het water met het grootste deel in de zee. Een klein deel van de slakken leeft op het land.

Het lichaam van de dieren bestaat uit 3 delen : de voet, het lichaam en een soort mantel eromheen. Meestal hebben de dieren er nog een schelp om heen. De mantel en de schelp zijn meestal vergroeid. De mantel is een soort huid. Hierin zitten de kieuwen waarmee het dier kan ademhalen. Het zorgt er ook voor dat het dier slijmerig blijft en niet uitdroogt. Bij slakken op het land zorgen ze ervoor dat het dier ook vlot kan bewegen.

Er zijn weekdieren die bewegen met hun mantel, maar de meeste hebben een soort voet waarmee ze vooruit schuiven. Sommige hebben dan ook nog een schelp aangemaakt die uit verschillende lagen bestaat die het dier nog meer beschermen. De schelp groeit mee met het dier. Vele weekdieren zijn ook erg traag omdat ze die zware schelp moeten meedragen. Ze worden ook niet erg groot. De weekdieren zonder schelp worden gemakkelijk veel groter. Er zijn heel wat verschillende vormen in de schelpen. Je hebt er die gedraaid zijn of heel plat. Je hebt er die getand zijn of twee kleppen hebben.

De schelp geeft het weekdier een beetje bescherming tegen de vijand. Jammer genoeg weten vele vijanden hoe ze de dieren uit hun schelp moeten krijgen. Daarom blijven vele slakken in de dag verstopt onder blaadjes en struiken. Ze komen enkel in de nacht naar buiten om te eten of als het geregend heeft. Dan zie je de slakken vaak glijden over de stenen van je terras. Weekdieren in de zee verstoppen zich in het zeezand.

Om te eten hebben de weekdieren een soort rasptong. Deze bestaat uit een rij scherpe tandjes. Hiermee worden schijfjes van het eten geschraapt. Grote inktvissen hebben een bek in de vorm van een snavel. De weekdieren zijn koude dieren. Ze maken zelf geen warmte aan en zijn even koud als het water waarin ze zwemmen. Het laagje slijm beschermt hen een beetje tegen het zoute water. Vele soorten zijn ook mannetje en vrouwtje tegelijk. De eitjes en de zaadjes worden gewoon in het water gespoten en varen met de stroom mee. Daar vinden ze elkaar.
Toch gaat het niet zo goed met de weekdieren. Er zijn al honderden soorten uitgestorven de laatste jaren. Vooral door gif of giftige verf die op de boten wordt gespoten gaan weekdieren dood. Slakken worden ook gemakkelijk gedood met gif omdat we niet willen dat ze onze groentjes opeten.
Je kan de weekdieren indelen in 8 groepen. Jammer genoeg verdwijnen dikwijls enkele soorten. Maar elk jaar verandert er wel iets aan deze indeling als onderzoekers weer een nieuwe soort ontdekken.
foto’s : david monniaux, gnu free, Christoph Specjalski, jurgen schoner, laszlo ilyes, hans hillewaert, j baecker,diliff, darkone