soort

De woestijnvos

vulpes zerda - fennec fox

De woestijnvos wordt ook wel de fennek genoemd.  Hij komt voor in de woestijnen van Afrika en Saoedi-Arabië.  Het is de kleinste van alle vossen maar heeft wel de grootste oren van allemaal.  Die kunnen tot 15 centimeter lang worden.  Ze dienen om hun prooien op te speuren, maar ook om de warmte af te laten.  Ze kunnen dus langs hun oren makkelijker zweten.  Tot op een afstand van meer dan één kilometer kunnen ze een prooi horen.  De dieren worden 25 tot 50 centimeter groot met een staart van 20 tot 30 centimeter lang die eindigt in een mooie zwarte punt.  De vossen worden 12 jaar en leven in groepjes van 10 dieren.  Het zijn erg schuwe dieren.

Na het paren worden de jongen na 50 dagen geboren. Meestal zijn het nestjes van 2 tot 5 jongen. De mannetjes zorgen goed voor hun gezin en gaan jagen voor hun nest. Soms kunnen woestijnvossen als huisdier gehouden worden. Maar dan moet je ze van jongs af erg tam proberen maken. In de natuur hebben de dieren het moeilijk en daarom staan ze op de rode lijst.

De vacht van de woestijnvos is geelbruin met een witte buik.  Het zijn nachtdieren die overdag slapen in een hol dat ze zelf hebben gegraven.  Hun voedsel zoeken ze ook in de grond.  Hierbij kunnen ze supersnel graven.  Ze leven van insecten, kleine knaagdieren, hagedissen, schorpioenen, spinnen, vogels, vissen, eieren en ook bessen.  Met één beet kunnen ze hun prooi doden.  Ze wisselen elkaar af bij het jagen.  De achterblijvers houden de wacht bij het hol.  Tot hun vijanden horen de gieren, de hyena’s, de jakhalzen en ook de mensen.  Er leven zelfs mensen in de woestijn die jagen op de vossen om ze op te eten. 

foto’s : su neko, ladypine