onderfamilie

Zeeleeuwen

otariinae - sea lions

Zeeleeuwen lijken heel goed op zeehonden, maar behoren tot de familie van de oorrobben.  Ze behoren tot de groep van de vinpotigen.  In deze groep kennen we 3 soorten dieren : de zeeleeuwen, de zeehonden en walrussen.  We kunnen zeeleeuwen veel in het water vinden om te spelen of voedsel te zoeken, maar ze zijn ook graag op het land om uit te rusten of lekker in de zon te liggen.

Het mannetje is niet alleen groter dan het vrouwtje, maar hij heeft ook een grote bult op zijn kop en langere haren in de nek.  De kleur van de vacht is rood-geel.  Als de zeeleeuw nat is, is de vacht donkerbruin.
Met hun vinnen kunnen ze zich goed voortbewegen in het water, maar ook op de kant.  Zeeleeuwen zwemmen met hun krachtige voorvinnen en op het land gebruiken ze al hun vinnen om mee te lopen.  Het zijn ook knappe klimmers.  De vetlaag en de vacht beschermen hem tegen de kou, zowel in het water als op het land.  Zeeleeuwen hebben niet echt oren, maar je kunt aan de zijkant van hun hoofd wel kleine oorschelpen zien.   

Ze eten verschillende soorten vis : haring, makreel, sprot, wijting en inktvis.  In de wintermaanden eten de dieren vaak nog meer om zo hun vetlaag op te bouwen.  Als je als zeeleeuw zoveel vis eet, moet je natuurlijk ook een goed gebit hebben.  Het gebit dient om de vis te vangen en niet zozeer om te kauwen.  Als je de tanden goed bekijkt, zie je dat de tanden donker van kleur zijn.  Bij een zeeleeuw is dit normaal.  

Waarvoor dienen nu eigenlijk de snorharen van een zeeleeuw ?   Met hun zeer gevoelige snorharen kunnen ze in troebel of donker water, vissen opsporen.  Het is zelfs bekend dat blinde zeeleeuwen of zeehonden goed kunnen jagen door gebruik te maken van hun snorharen.  

Zeeleeuwen leven in een harem.  Dat is 1 mannetje met meerdere vrouwtjes en haar jonge dieren samen.  Hij zal zijn harem verdedigen tegenover andere mannetjes die graag zijn vrouwtje willen stelen.  Het vrouwtje krijgt één jong.  Als ze pas geboren zijn, kruipen ze al rond.  De mama herkent haar jong aan het geluid.  Jongen van andere moeders wil ze niet.  De jongen blijven eerst op de kant, maar gaan na een tijdje al zwemmen.  Ze worden dan regelmatig gezoogd en door de moeder beschermd.  Het jong begint met vis te spelen en het later ook te eten.     

foto’s : bma ch, refractor, captain bud christman, david corby, nancy heise

7 soorten