soort

Het zuidelijk gordeldier

dasypus hybridus - southern long-nosed armadillo

Het zuidelijk gordeldier is een zoogdier uit de familie van de gordeldieren. Ze komen voor in Brazilië, Paraguay, Uruguay en Argentinië en worden ongeveer 30 centimeter groot. Van kop tot staart zijn ze bedekt met donkergrijze benige schubben. Er zit zeer weinig haar op de schubben. Midden op de rug zitten 7 beweegbare banden. De schubben op de schouders zijn zeshoekig terwijl die op de rug rechthoekig zijn en die op de kop verschillend zijn van vorm. Hun snuit is smal en de oren vrij lang. De tenen zijn gevormd tot een krachtige klauw. Onderaan hebben ze een donkerbruin gerimpelde buik maar vrij zacht poten aan de binnenkant.

De dieren komen voor op graslanden tot boven de 2000 meter hoog.  Ze zullen akkers en landbouwgronden mijden en liever rustiger plaatsen opzoeken.  Ze voeden zich met termieten en mieren, maar eten af en toe ook kleine andere diertjes zoals muizen.  De gordeldieren leven in een hol dat ruim 1 meter diep is.  De ingang is gemaakt uit de wind en meestal verborgen onder struiken of rotsen.  Binnenin is het bekleed met gedroogde planten.

De jongen die geboren worden kunnen al zien en hebben al een vrij goed ontwikkeld rugschild.

foto’s : tolosa, bilat