soort

De Amerikaanse kakkerlak

american cockroach - periplaneta americana - waterbug

De Amerikaanse kakkerlak is een insect dat behoort tot de kakkerlakken.  We noemen ze ook nog de grote kakkerlak en ze worden tot bijna 5 centimeter groot.  Hun lijf is roodbruin en aan hun kop zitten twee lange voelsprieten.  Op hun kop zit een verharde plaat waardoor hij makkelijk te herkennen is van andere soorten.  Ze zijn ook groter en donkerder van kleur.  Ze zijn eigenlijk afkomstig van Afrika, maar zijn door de mensen over de hele wereld verspreid.  Dat gebeurt meestal per schip.  In havens zijn er dan ook vaker kakkerlakken te vinden.  De dieren zitten liefst bij mensen thuis in de keuken.  Het is daarom een plaaginsect.  Ze brengen makkelijk ziektes voort door nog maar even op je voedsel te zitten. 

In de natuur eten ze vooral rotte bladeren en snippers van hout, maar ze durven ook elkaar opeten.  Ze leven in warme natte streken maar sterven bij vorst.  Op hun antennes zitten vele haartjes die gebruikt worden om te voelen wat er langs hen beweegt.  Maar ze dienen ook om mee te ruiken.  Mannetjes kunnen er tot 270000 hebben op elke antenne.  Elk oog bestaat uit vele kleinere oogjes, maar ze kunnen er niet zo goed mee zien.  Ze voelen er wel licht en donker mee aan.  Aan de kop zitten ook twee kaken met stekelige tandjes.  Die worden gebruikt om het voedsel te malen en snijden. 

Ook aan de poten zitten vele haartjes die dienen om makkelijk tussen spleten te kruipen.  Op de rug zitten ook 2 paar vleugels.  De bovenvleugels beschermen de ondervleugels die nogal vliezig zijn.  Het ganse lijf wordt ermee bedekt.  De kakkerlakken kunnen er mee vliegen maar doen dat erg weinig.  Bij gevaar zullen ze zich meestal laten vallen op de grond of weg rennen.  Het zijn meestal nachtdieren die zich overdag wegstoppen en in de nacht naar voedsel gaan zoeken.  Het zijn een van de weinige insecten die elkaar waarschuwen voor gevaar.  Dat doen ze met geuren of met de vleugels te trillen.  Meestal zitten de dieren met velen samen. 

De dieren leggen eitjes en de jongen noemen we nimfen.  Die lijken al erg goed op de volwassen kakkerlakken.  Bij het paren kruipen de kakkerlakken niet op elkaar zoals bij andere kevers wel zo is.  De diertjes gaan met hun achterlijven tegen elkaar zitten.  De eitjes zitten in pakketten.  In totaal kan een vrouwtje tot 800 jongen voortbrengen.  De pakketten worden in een holletje gelegd dat wordt bedekt met bladeren.  Alles wordt aan elkaar geplakt.  Tijdens het opgroeien, zullen de jongen vele keren vervellen om groter te worden.  Ze worden 1 tot 4 jaar oud. 

De kakkerlakken hebben vele vijanden.  Sluipwespen zoeken de eitjes op en leggen er hun eigen eitjes bij.  Als de sluipwespen uitkomen zullen ze de kakkerlakeitjes opeten.  Verder lusten allerlei zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën ook kakkerlakken.  Er zijn landen waar de kakkerlak door mensen wordt opgegeten zoals in Australië, China en Japan.  Ze worden geroosterd of er wordt thee van getrokken.  De dieren zijn niet giftig of steken de mensen niet, maar brengen ziektes voort zoals malaria of allerlei wormen.  Het is soms moeilijk om ze weg te krijgen omdat ze behoren tot de snelste insecten.  Na de libel en de zandloopkever is de kakkerlak het snelste insect ter wereld.  Ze halen tot anderhalve meter per seconde. 

foto’s : Mike Merchant, George Beccaloni, drees, koehler,