Eenden

Eenden zijn watervogels en vormen een onderfamilie van de eendachtigen.   Ze lijken goed op ganzen en zwanen maar zijn wel kleiner en hebben een kortere nek.  Een vrouwtje noemen we gewoon een eend, maar een mannetje noemen we een woerd.   Een jonge eend wordt een pulletje genoemd.  Een mannetje is mooier van kleur en heeft een klein krulletje in de staart.  Ze hebben zwemvliezen en veren die geen water doorlaten. 

De vrouwtjes bekleden het nest meestal met dons dat ze uit hun borst plukken.  De jongen zijn nestvlieders.  Ze verlaten het nest spoedig na het uitkomen.  Regelmatig verliezen ze hun veren, die ze dan inruilen voor nieuwe verse veren.  In die periode kan de eend niet vliegen.  We noemen dit de rui.  Meestal gebeurt dit na het broeden.  De vrouwtjes hebben schutkleuren.  Dat wil zeggen dat ze niet echt opvallen.  Dat is belangrijk als ze op hun nest zitten te broeden.  Mannetjes hebben meer kleuren.  

Eenden eten verschillende soorten voedsel, waaronder grassen, waterplanten, vissen, insecten.  Het geluid dat door eenden wordt gemaakt is kwaken.  De meeste dieren blijven op dezelfde plaats in de winter en trekken niet naar warmere landen.  Sommige eendensoorten doen dat wel en overwinteren daar. 

Vroeger werd in vele gebieden op wilde eenden gejaagd voor het vlees of voor het plezier.   Meestal gebeurde dit door de dieren neer te schieten.  Eendenvlees en eieren worden in veel landen gegeten.  Donzen dekbedden bestaan uit de veren van de eend.  Het wordt bijeengezocht uit hun nesten waar de eenden de veren gebruiken om hun nesten te bedekken.  Naast de mens zijn ratten de grootste vijanden van eenden.  Nu wordt er niet zo veel meer op eenden gejaagd, maar worden ze vaak in parken en tuinen gehouden omdat we ze mooi vinden.  Gezellig de eendjes voeren met oud brood is heel leuk.

foto’s : martin correns, ischa 1, pudding4brains, john avice, thurner hoff