infraorde

Krabben
crabs - brachyura
Krabben behoren tot de kreeftachtigen. Zeekrabben komen alleen voor aan de kust. Maar er bestaan ook landkrabben en boskrabben. Als ze willen paren, moet er wel altijd water in de buurt zijn. Krabben hebben 10 poten : 8 looppoten en 2 scharen. De ogen van krabben staan op steeltjes en kunnen worden ingeklapt in gleuven op de kop. Ze hebben een stevig pantser op hun buik en rug. Vrouwtjes kan je herkennen omdat zij aan hun kop een driehoekig plaatje hebben zitten. Ze zijn ook iets groter.

Krabben eten zeer mooi. Met hun grote schaar kraken ze hun prooi en met hun grijpschaar worden er stukjes afgenomen en naar de mond gebracht. Het lijkt wel of ze met mes en vork eten. Op de schildrand naast de ogen hebben krabben twee voelsprieten, die meestal niet groot worden. Als ze rondstappen, tasten ze hiermee hun omgeving af. Veel krabben blijven klein, maar er zijn uitzonderingen zoals de reuzenkrab.

Krabben halen adem met hun kieuwen. Deze zitten in het rugschild aan de achterzijde en werken alleen als ze nat zijn. Een krab moet dus regelmatig het water in om niet te stikken.
Krabben vervellen regelmatig. Dat wil zeggen dat ze uit hun schild kruipen. Daaronder hebben ze al een nieuw schild gemaakt, maar dat is nog heel zacht. Het wordt vanzelf hard na een tijdje. Het dier moet zich dan enkele uurtjes stilhouden onder een steen zodat de vijand hem niet kan zien.

Het zijn trage dieren die langzaam over de bodem van de zee lopen. De eieren noemen we kuit. Als de eitjes gelegd zijn, dan draagt het vrouwtje ze onder haar buikschild mee. Soms wel een miljoen eitjes ! Uit de eitjes komen kleine larven, die leven van algjes en zijn piepklein. Met het blote oog zijn ze soms moeilijk te zien. Het lijken kleine garnalen.

Veel soorten krabben zijn aaseters. Dat wil zeggen dat ze liever de restjes opeten die andere dieren achterlaten. Ze lusten echt wel alles. Soms eten ze zelfs elkaar op. De meeste zeekrabben lusten aas, planten, kleine kreeftjes en wormen. Ze zuigen het zand op en zoeken ertussen naar heel fijn voedsel. De restjes die ze niet meer lusten, vermalen ze tot kleine balletjes. Dus na een tijdje kan het strand vol balletjes liggen.

Krabben leven in de zee, tussen rotsblokken en wieren, of ingegraven in het zand. Veel soorten bedekken zich door wieren en zeepokken. Ze kunnen vooruit en achteruit lopen, maar ook opzij. De vijanden van krabben zijn meeuwen, roofvissen, inktvissen, zeehonden en de mens.
foto’s : john melis,
soorten
fluwelen zwemkrab
penseelkrab
colombuskrab
blauwpootzwemkrab
helmkrab
sikkelhooiwagenkrab
ruwe kiezelkrab
noordzeekrab
gebochelde spinkrab
gladde sponspootkrab
wolkrab
gewimperde zwemkrab
blauwe zwemkrab
krombekhooiwagenkrab
gestekelde sponspootkrab
strandkrab
grote spinkrab
kleine hooiwagenkrab
gladde kiezelkrab
gezaagde krab
rode spinkrab
gewone spinkrab
Chinese wolhandkrab
grijze zwemkrab
ruig krabbetje
grote hooiwagenkrab
wratoogkrab
breedpootkrab
paddenstoelkrab
gewone hooiwagenkrab
kleine kiezelkrab
nagelkrabbetje
cirkelronde krab