soort

Het kapplergordeldier

dasypus kappleri - greater long-nosed armadillo

Het kapplergordeldier is een soort gordeldier dat voorkomt in grote delen van Zuid-Amerika. Het zijn eenzame nachtdieren die zich voeden met geleedpotigen en andere kleine diertjes. Ze leven in de buurt van moerassen en rivieren. Het zijn vrij grote dieren die 85 tot 100 centimeter groot worden. Er bestaan twee ondersoorten die op verschillende plaatsen tegenover de Amazonerivier en de Orinoco voorkomen. Je vindt ze op savannes, beboste hooglanden en hellingen. Je herkent de soort aan zijn lange snuit. Zoals alle gordeldieren hebben ze ook banden op hun rug die bestaan uit 7 of 8 verharde ringen.

Het dier brengt het grootste deel van zijn tijd door in zijn hol onder de grond. Vaak is dat gegraven in een oever of naast een rivier. Het heeft één ingang gevolgd door een lange tunnel die vaak slordig gebouwd en zelfs drassig is. De dieren worden bejaagd voor hun vlees, vooral in de lente als ze op hun dikst staan. Na overstromingen worden ze uit hun hol gejaagd. Door luid te grommen laten de dieren zich niet doen.

Ze voeden zich met duizendpoten, kevers, larven en regenwormen, maar lusten ook gevallen fruit. Ze kunnen zelfs zwemmen in de rivieren en wentelen zich graag in de modder. Tot hun vijanden behoren de poema en de jaguar. Maar als ze rivieren oversteken liggen kaaimannen en anaconda’s op de loer.