soort
De waterspitsmuis
eurasian water shrew - neomys fodiens
De waterspitsmuis is een van de grootste spitsmuizen die in Europa leven. Ze zijn tussen de 6 en 11 centimeter groot en hebben een erg zachte vacht als fluweel. Bovenaan zijn ze zwart en onderaan wit tot zilvergrijs. Het zijn echte waterdieren die erg snel zijn onder water. Ze kunnen prima duiken en lopen makkelijk over de bodem van het water. De diertjes zwemmen met hun poten en hun staart. Op hun buik hebben ze borstelharen die gebruikt worden als een roer. Onder water kunnen ze hun oren sluiten.
Het water dringt niet door de vacht omdat die vrij vettig is. Als ze zwemmen, blijven er luchtbellen tussen de vacht zitten. Ze houden de spitsmuis warm en zorgen dat hij blijft drijven. Met hun spitse snuit en snorharen zoeken ze hun prooien in de modder en onder steentjes. Schaaldieren, waterinsecten, larven en waterslakken lusten ze graag in het water. Maar ook op het land houden ze van wormen, kevers en slakken. Hun speeksel is giftig en wordt enkel bij grotere prooien gebruikt om ze te verlammen.
De diertjes graven met hun poten gangetjes in de oever of gebruiken zelfs de tunnels van mollen. De ingang kan boven en onder water liggen. De kamer waar de jongen liggen, is natuurlijk droog. Daarin worden tot 15 jongen geboren. Je vindt ze terug in stromend water zoals riviertjes, beken en meren. Soms in kleine moerassen of poeltjes en zelfs aan de kust. Bij ons komen de waterspitsmuizen voor, maar niet erg veel. Ook in de bergen komen ze voor tot 2000 meter hoog. Je vindt ze in gans Europa tot aan China.
foto’s : kraft,